Network User's Guide

Table Of Contents
Beveiligingsfuncties
136
13
Een certificaat aanmaken en installeren 13
Met de afdrukserver van Brother kunt u SSL-/TLS-communicatie gebruiken door een certificaat en een
overeenstemmende geheime sleutel te configureren. Deze afdrukserver ondersteunt twee
certificatiemethoden. Een certificaat door uzelf ondertekend en een certificaat die is uitgevaardigd door een
CA (Certificate Authority).
Een door uzelf ondertekend certificaat gebruiken
Deze afdrukserver vaardigt een eigen certificaat uit. Wanneer u dit certificaat gebruikt, kunt u eenvoudig
de SSL-/TLS-communicatie gebruiken zonder over een CA-certificaat te beschikken. (Zie Een certificaat
dat door uzelf is ondertekend aanmaken en installeren op pagina 138.)
Een certificaat van een CA gebruiken
Er zijn twee manieren om een certificaat van een CA te installeren. Als u al een CA hebt of een certificaat
wenst te gebruiken van een externe vertrouwde CA:
Bij het gebruik van een CSR (Certificate Signing Request) van deze afdrukserver. (Zie CSR aanmaken
en een certificaat installeren op pagina 151.)
Bij het importeren van een certificaat en een geheime sleutel. (Zie Het certificaat en de geheime sleutel
importeren en exporteren op pagina 153.)
Opmerking
Als u gebruik wilt maken van SSL-/TLS-communicatie, raden we u aan om eerst contact op te nemen met
uw systeembeheerder.
Deze afdrukserver bewaart slechts één paar van een certificaat en een geheime sleutel die u hebt
geïnstalleerd of eerder hebt geïmporteerd. Deze printer overschrijft het certificaat en de geheime sleutel
als u nieuwe installeert.
Wanneer u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstelt, worden het geïnstalleerde certificaat en
de geïnstalleerde geheime sleutel gewist. Als u hetzelfde certificaat en dezelfde geheime sleutel wilt
behouden na het herstellen van de fabrieksinstellingen van de afdrukserver, dient u deze vóór het
herstellen te exporteren en nadien opnieuw te installeren. (Zie Het certificaat en de geheime sleutel
exporteren op pagina 153.)