Installation Instructions

Table Of Contents
Scannen (voor gebruikers van een USB-kabel)
190
11
De foutmeldingen begrijpen 11
Zodra u vertrouwd bent met de soorten fouten die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de functie
Scannen naar USB, kunt u problemen eenvoudig opsporen en oplossen.
Beveiligd app.
Deze melding wordt weergegeven als de beveiliging van het USB-flashstation ingeschakeld is.
Hernoem bestand
Deze melding wordt weergegeven als er zich reeds een bestand op het USB-flashstation bevindt met
dezelfde naam als het bestand dat u wilt opslaan.
Teveel bestanden
Deze melding wordt weergegeven als er te veel bestanden op het USB-flashstation zijn opgeslagen.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als het USB-flashstation niet wordt ondersteund door uw Brother-machine.
Scannen naar E-mail 11
U kunt een document in zwart-wit of kleur als een bijlage naar uw e-mailtoepassing scannen. U kunt de
scanconfiguratie wijzigen. (Zie E-mail op pagina 65 voor Windows
®
. Zie SCANNEN op pagina 166 voor
Macintosh.)
a Plaats uw document.
b Druk op (Scan).
c Druk op a of b om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om E-mail te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
Het apparaat begint met het scannen van het document, creëert een bijlage en start uw
e-mailtoepassing met een nieuw e-mailbericht dat nog niet is geadresseerd.
Opmerking
Het type scan is afhankelijk van de instellingen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat; de instellingen
worden niet gewijzigd door Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
Als u de gescande gegevens in kleur wilt, selecteert u kleur voor het type scan op het tabblad
Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter3- of ControlCenter2-configuratievenster. Als u de
gescande gegevens in zwart-wit wilt, selecteert u zwart-wit voor het type scan op het tabblad
Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter3- of ControlCenter2-configuratievenster.
Als u de standaardbestandsgrootte voor JPEG, PDF of Beveiligde PDF wilt wijzigen, selecteert u de
gewenste grootte door de schuifregelaar op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het
ControlCenter3- of ControlCenter2-configuratievenster te verslepen.