Operation Manual
Hoofdstuk 12
88
Helderheid 12
Pas de helderheid aan om kopieën donkerder
of lichter de maken.
Volg de onderstaande stappen om de
helderheidsinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max.
d Druk op a of b om Helder te selecteren.
Kwal. :Auto
Vergr/kl:100%
Bak :MP>T1
Helder :-nnonn+c
Selecteer dc&OK
01
e Druk op c om een lichtere kopie te
maken of op d om een donkerdere kopie
te maken.
Druk op OK.
f Druk op Start.
Volg de onderstaande stappen om de
standaard instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 3, 3.
b Druk op c om een lichtere kopie te
maken of op d om een donkerdere kopie
te maken.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
N op 1-kopieën maken
(paginalay-out) 12
U kunt de hoeveelheid papier die u gebruikt
voor het kopiëren verminderen door de
functie N op 1-kopie te gebruiken. U kunt zo
twee of vier pagina’s op één vel kopiëren en
daarmee papier besparen.
BELANGRIJK
• Controleer of het papierformaat is
ingesteld op Letter, A4, Legal
1
of
Folio
1
.
•(P) betekent Portrait (staand) en (L)
betekent Landscape (liggend).
• U kunt de instelling Vergroot / Verklein niet
gebruiken met de functie N op 1.
1
U kunt alleen Legal en Folio selecteren voor de
MP-lade.
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max.
d Druk op Nop1.
e Druk op a of b om 2op1(P),
2op1(L), 4op1(P),
4op1(L) of Uit(1 op 1) te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Start om de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF hebt
geplaatst, worden de pagina's gescand
en wordt het afdrukken gestart.
Wanneer u de glasplaat gebruikt,
gaat u naar stap g.










