User's Guide
Table Of Contents
- GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-8440 MFC-8840D
- INFORMATIE OVER GOEDKEURING
- Samenstelling en publicatie
- EC Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
- Veiligheidsmaatregelen
- Een geschikte plaats kiezen
- Beknopt overzicht
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 Papier
- 3 Programmeren op het scherm
- 4 Aan de slag
- Eerste instellingen
- Standaardinstellingen
- De Tijdklokstand instellen
- De papiersoort instellen
- Het papierformaat instellen
- Het volume van de bel instellen
- Het volume van de waarschuwingstoon instellen
- Het volume van de luidspreker instellen
- Zet de zomertijd automaat aan
- Toner sparen
- Slaapstand
- De scannerlamp uitschakelen
- Stroombespaarstand
- De lade voor kopieermodus instellen
- De lade voor faxmodus instellen
- Het contrast van het LCD-scherm instellen
- Voorbereidende installatie afhankelijk van het land waarin u woont
- 5 De ontvangststand instellen
- Basishandelingen bij het ontvangen
- Geavanceerde ontvangstopties
- 6 Het verzenden instellen
- Faxen
- Basishandelingen bij het verzenden
- Geavanceerde verzendopties
- 7 Nummers die automatisch worden gekozen en kiesopties
- 8 Opties voor afstandsbediening
- 9 Rapporten afdrukken
- 10 Kopiëren
- 11 De MFC als een printer gebruiken
- Brother's printerdriver voor de MFC-8440,MFC-8840D gebruiken
- Uw document afdrukken
- Gelijktijdig afdrukken en faxen
- Bedieningstoetsen voor de printer
- 12 Instellingen van de printerdriver
- 13 Scannen bij gebruik van Windows®
- Een document scannen
- Een document scannen (alleen voor Windows® XP)
- De scan-toets gebruiken (voor gebruik met USB-of parallelle interfacekabel)
- ScanSoft® PaperPort® en OmniPage® OCR gebruiken
- Items bekijken
- Uw items in mappen rangschikken
- Koppelingen naar andere toepassingen
- ScanSoft® OmniPage® OCR gebruiken om tekst in een beeld om te zetten in tekst die u kunt bewerken
- Items uit andere toepassingen importeren
- Items in andere bestandsformaten exporteren
- PaperPort® en ScanSoft® OmniPage®verwijderen
- 14 Het Brother Control Center gebruiken
- 15 Het Brother SmartUI Control Center voor Windows® gebruiken
- Brother SmartUI Control Center
- Functies van het Brother Control Center
- Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen
- Softwaresectie
- Scannen naar bestand
- Scannen naar e-mail
- Scannen naar OCR (Tekstverwerker)
- Scannen naar applicatie (bijvoorbeeld: Microsoft Paint)
- Faxinstellingen (PC-Fax met gebruikmaking van de faxdriver van Brother)
- Aangepast: door de gebruiker programmeerbare knoppen
- 16 MFC Remote Setup gebruiken
- 17 Brother PC-FAX software gebruiken
- Faxen via de pc
- Snelkiezen instellen
- Het adresboek
- Iemand in het adresboek opnemen
- Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen
- Gegevens van groepsleden bewerken
- Een naam of een groep verwijderen
- Het adresboek exporteren
- In het adresboek importeren
- Een voorblad instellen
- U kunt in elk vak gegevens invoeren.
- Bestand verzenden als PC-Fax met faxstijl
- Bestand verzenden als PC-Fax met e-mailstijl
- PC-Fax instellen voor het ontvangen (alleen Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en Windows NT® WS 4.0)
- Een fax op de PC ontvangen (alleen voor Windows® XP)
- 18 De MFC met een Macintosh® gebruiken
- Een Apple® Macintosh® met USB instellen
- De printerdriver van Brother met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® 8.6-9.2) gebruiken
- De printerdriver van Brother met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® X) gebruiken
- De PS-driver van uw Apple® Macintosh® gebruiken
- Een fax via uw Macintosh® verzenden
- De Brother TWAIN-scanner driver gebruiken met uw Macintosh®
- Presto!® gebruiken PageManager®
- MFC Remote Setup (Mac OS® X)
- 19 Scannen in een netwerk
- 20 Brother Netwerk PC-FAX software
- 21 Belangrijke informatie
- 22 Problemen oplossen en routineonderhoud
- 23 Optionele accessoires
- Verklarende woordenlijst
- Specificaties
- Index
- Opvragen vanaf een ander toestel - Overzicht
- brother DUT/BEL-DUT
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
13 - 21
Uw items in mappen rangschikken
PaperPort
®
heeft een gebruikersvriendelijk systeem voor het
archiveren en ordenen van uw items. Het archiveringssysteem
bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in
Bureaubladbeeld kunt bekijken. Een item kan in PaperPort
®
zijn
gemaakt, of in een andere toepassing (niet in PaperPort
®
):
■
Mappen worden in de mapweergave gerangschikt in een
hiërarchische structuur.
U gebruikt dit venster om mappen te selecteren en om items in
de bureaubladweergave te bekijken.
■
U sleept een item gewoon naar een map en zet het daar neer.
Zodra de map is gemarkeerd, laat u de muisknop los. Het item
wordt dan in deze map opgeslagen.
■
Mappen kunnen worden “genest”
—
met andere woorden binnen
mappen kunnen andere mappen worden opgeslagen.
■
Als u op een map dubbelklikt, worden de items in die map (zowel
MAX-bestanden van PaperPort
®
als andere bestanden die niet in
PaperPort
®
zijn gemaakt) op het bureaublad weergegeven.
■
Voor het beheren van de mappen en items die in
bureaubladweergave worden weergeven, kunt u ook
Windows
®
Verkenner gebruiken.
Koppelingen naar andere toepassingen
ScanSoft
®
PaperPort
®
zal de meeste andere toepassingen op uw
computer automatisch herkennen en daar een koppeling voor maken.
Op de balk Verzenden naar onder aan de bureaubladweergave staan
pictogrammen van de toepassingen waarnaar een koppeling is gemaakt.
Als u een koppeling wilt gebruiken, sleept u een item naar de
koppeling in kwestie. De desbetreffende toepassing wordt dan
opgestart. Deze balk kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een item
te selecteren en dit vervolgens te faxen.
Het volgende voorbeeld van een
Verzenden naar
balk toont diverse
toepassingen met koppelingen naar PaperPort
®
.
Als PaperPort
®
een van de toepassingen op uw computer niet
automatisch herkent, dient u handmatig een koppeling te maken met
behulp van de opdracht Toevoegen aan balk Verzenden naar....
(Raadpleeg de documentatie van PaperPort
®
op de cd-rom voor
nadere informatie over het maken van nieuwe koppelingen.)










