Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 De machine configureren voor een netwerk
- Overzicht
- IP-adressen, subnetmaskers en gateways
- Schema - stap voor stap
- Het IP-adres en subnetmasker instellen
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen
- BRAdmin Light gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- BRAdmin Professional 3 gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (Windows®)
- Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- Beheer via een webbrowser gebruiken om de instellingen van de afdruk-/scanserver te wijzigen
- Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (niet beschikbaar voor Windows Server® 2003/2008) (niet beschikbaar voor DCP-8085DN en DCP-8080DN)
- Instellingen van de afdrukserver wijzigen met andere methoden
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8890DW)
- Overzicht
- Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
- Schema, stap voor stap configureren van een draadloos netwerk
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- Controleer welke installatiemethode voor draadloze netwerkomgeving u hebt
- Configureren met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel om uw draadloze netwerkmachine te configureren
- Configureren met behulp van het SES/WPS of AOSS™ menu van het bedieningspaneel (automatisch draadloos) (uitsluitend infrastructuurmodus)
- Configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup (uitsluitend infrastructuurmodus)
- Configureren met behulp van het installatieprogramma van Brother op de cd- rom om uw draadloze netwerkmachine te configureren
- De machine configureren voor een draadloos netwerk
- De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken
- Het SES/WPS of AOSS™ menu van het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren (automatisch draadloos)
- De PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup gebruiken
- Het installatieprogramma op de cd-rom gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren
- 4 Draadloze configuratie voor Windows® met behulp van de installatietoepassing van Brother (voor MFC-8890DW)
- 5 Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (voor MFC-8890DW)
- 6 Instellen via het bedieningspaneel
- Netwerkmenu
- TCP/IP
- Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
- Inst. Wizard (MFC-8890DW alleen voor draadloze netwerken)
- SES/WPS of AOSS™ (MFC-8890DW alleen voor draadloze netwerken)
- WPS w/PIN code (MFC-8890DW alleen voor draadloze netwerken)
- Status WLAN (MFC-8890DW alleen voor draadloze netwerken)
- Standaard inst (alleen MFC-8890DW)
- Bedraad activ. (MFC-8890DW alleen bedrade netwerken)
- WLAN Activeren (MFC-8890DW alleen voor draadloze netwerken)
- E-mail/IFAX (alleen voor MFC-8880DN en MFC-8890DW)
- Een nieuwe standaard instellen voor Scannen naar e-mail (e-mailserver) (alleen MFC-8880DN en MFC-8890DW)
- Een nieuwe standaard instellen voor Scan naar FTP
- Een nieuwe standaard instellen voor Scan naar netwerk
- Fax naar Server (voor MFC-8880DN en MFC-8890DW)
- Time Zone
- De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen
- De netwerkconfiguratielijst afdrukken
- Netwerkmenu
- 7 De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®)
- 8 Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
- 9 Onder Windows® afdrukken via internet
- 10 Vanaf een Macintosh printen via het netwerk met het BR-Script 3- stuurprogramma
- 11 Beheer via een webbrowser
- Overzicht
- De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser
- Wachtwoordinformatie
- Secure Function Lock 2.0 (niet beschikbaar voor MFC-8370DN)
- De configuratie van Scan naar FTP met een webbrowser wijzigen
- De configuratie van Scan naar netwerk met een webbrowser wijzigen
- De LDAP-configuratie met een webbrowser wijzigen (voor MFC-8880DN en MFC-8890DW)
- 12 LDAP (voor MFC-8880DN en MFC-8890DW)
- 13 Internetfaxen en Scannen naar e-mail (e-mailserver) (voor MFC-8880DN en MFC-8890DW)
- Overzicht internetfaxen
- De verbinding instellen
- Toetsfuncties op het bedieningspaneel
- Een fax via internet verzenden
- Tekst invoeren
- Een e-mail of internetfax ontvangen
- Een internetfax op de computer ontvangen
- Ontvangen e-mail en faxberichten doorzenden
- Relay Broadcasting
- TX Verificatiemail
- Setup Mail TX
- Setup Mail RX
- Foutmeldingen
- Belangrijke informatie over internetfaxen
- Scannen naar e-mail (E-mailserver) overzicht
- Overzicht internetfaxen
- 14 Beveiligingsfuncties
- Overzicht
- De protocolinstellingen configureren
- De netwerkprinter veilig beheren
- Documenten veilig afdrukken met IPPS
- E-mail met gebruikersverificatie gebruiken (voor MFC-8880DN en MFC-8890DW)
- Een certificaat aanmaken en installeren
- 15 Problemen oplossen
- Appendix A
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- De serversoftware Brother Web BRAdmin voor IIS gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Installeren met gebruik van webservices (Windows Vista®)
- Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde wachtrij of Share (alleen printerdriver)
- Appendix B
- Appendix C
- Index
De machine configureren voor een netwerk
13
2
Hoe het IP-adres aan de afdrukserver wordt toegewezen: 2
Als u een DHCP/BOOTP/RARP-server in uw netwerk hebt (doorgaans een netwerk op basis van
UNIX
®
/Linux, Windows
®
2000/XP, Windows Vista
®
of Windows Server
®
2003/2008), zal de afdrukserver het
IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en 1002
compatibele dynamische naamservice.
Opmerking
Op kleinere netwerken kan de DHCP-server ook de router zijn.
Raadpleeg de volgende pagina's voor informatie over DHCP, BOOTP en RARP:
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 207.
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 208.
RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 209.
Als er geen DHCP/BOOTP/RARP-server beschikbaar is, zal het APIPA-protocol (Automatic Private IP
Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen binnen het bereik 169.254.1.0 tot 169.254.254.255.
Raadpleeg APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 209 voor meer informatie over
APIPA.
Subnetmasker 2
Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie.
Voorbeeld: computer 1 kan communiceren met computer 2
•Computer 1
IP-adres: 192.168. 1. 2
Subnetmasker: 255.255.255.000
•Computer 2
IP-adres: 192.168. 1. 3
Subnetmasker: 255.255.255.000
Opmerking
0 betekent dat er geen limiet bestaat voor communicatie op dit deel van het adres.
In het bovenstaande voorbeeld kunnen we communiceren met alle apparaten die een IP-adres hebben dat
begint met 192.168.1.x (x.x. staat voor een nummer tussen 0 en 255).










