Software User's Guide

Table Of Contents
ControlCenter2
124
10
Met ControlCenter2 kunt u de hardwaretoets Scan en de softwareknop ControlCenter2 voor elke scanfunctie
op uw machine configureren. Om de hardwaretoets Scan op uw machine te configureren, selecteert u het
tabblad Bedieningsknop Apparaat in het configuratiemenu voor elke SCAN-knop. Om de softwareknop in
ControlCenter2 te configureren, selecteert u het tabblad Bedieningsknop Software in het configuratiemenu
voor elke SCAN-knop.
CUSTOM SCAN 10
U kunt de knopnaam en instellingen voor elk van deze knoppen naar eigen wens aanpassen door op een
knop te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en de configuratiemenu’s volgt.
COPY / PC-FAX 10
COPY - Hiermee kunt u uw Macintosh
®
en een printerdriver voor geavanceerde kopieerbewerkingen
gebruiken. U kunt een pagina op de machine scannen en de kopieën afdrukken met een van de functies van
de printerdriver voor de machine, of u kunt de kopieën naar een standaard printerdriver verzenden die op uw
Macintosh
®
is geïnstalleerd, ook netwerkprinters.
PC-FAX - Hiermee kunt u een pagina of een document scannen en het beeld automatisch als een fax vanaf
de Macintosh
®
verzenden. (Niet beschikbaar voor DCP-modellen.)
U kunt de gewenste instellingen op maximaal vier knoppen configureren.
INSTELLINGEN APPARAAT 10
U kunt de instellingen van de machine configureren of inktpeilen bekijken.
Remote Setup
Hiermee kunt u het programma Remote Setup openen. (Remote Setup (niet mogelijk voor DCP-modellen
en MFC-240C) op pagina 143.)
Quick-Dial
Hiermee kunt u het venster Quick-Dial instellen van Remote Setup openen. (Remote Setup (niet mogelijk
voor DCP-modellen en MFC-240C) op pagina 143.)
Ink Level
Hiermee kunt u de Brother Statusmonitor openen, waarin het inktpeil voor elke cartridge wordt
weergegeven.