Network User's Guide

Table Of Contents
Problemen oplossen
99
10
Problemen met draadloze netwerken oplossen 10
Problemen met draadloze instellingen 10
De Setup Wizard voor draadloze apparaten kan de afdrukserver van Brother tijdens de installatie niet
vinden.
10
a Controleer dat de machine aanstaat, on line is en klaar staat om af te drukken.
b Zet de computer dichter bij de machine van Brother en probeer het opnieuw.
c Stel de afdrukserver terug op de fabrieksinstellingen en probeer het opnieuw. Raadpleeg De
netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen op pagina 81 voor nadere informatie over het
herstellen van de fabrieksinstellingen.
Waarom moet ik de netwerkinstelling van mijn machine tijdens de installatie wijzigen in ‘LAN met
kabel’ wanneer ik probeer een draadloos LAN in te stellen.
10
Bij gebruik van Windows
®
98/98SE/Me/2000, Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter, of als uw computer met een
netwerkkabel op het draadloze netwerk is aangesloten, is het raadzaam om uw machine tijdelijk met een
netwerkkabel op de toegangspoort, hub of router aan te sluiten. U moet ook de netwerkinstelling van de
machine tijdelijk wijzigen in ‘LAN met kabel’. De netwerkinstelling van de machine wordt automatisch of
tijdens de installatie gewijzigd in draadloos LAN.
Voor Windows
®
:
Draadloze configuratie voor Windows® op pagina 26.
De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken op pagina 20.
Voor Macintosh
®
:
Draadloze configuratie voor Macintosh® op pagina 50.
De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken op pagina 20.
Problemen met draadloze verbinding 10
De draadloze netwerkverbinding wordt soms uitgeschakeld. 10
De status van de draadloze netwerkverbinding ondervindt invloed van de omgeving waar de printer van
Brother en andere draadloze apparaten zijn opgesteld. De volgende omstandigheden kunnen problemen met
de verbinding veroorzaken:
Er staat een wand met betonnen of metalen rand tussen de machine van Brother en de toegangspoort.
Er bevinden zich elektrische apparaten als televisies, computerapparatuur, magnetrons, intercoms,
mobiele telefoons en hun batterijladers en voedingsadapters in de buurt van het netwerk.
Er bevindt zich een zender of hoogspanningsdraad in de buurt van het netwerk.
Er wordt vlakbij een tl-licht aan- of uitgezet.