Operation Manual
Problemen oplossen en routineonderhoud
143
B
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 165.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 17.)
De machine print blanco pagina's. De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 165.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Tekens en regels overlappen
elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 166.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkanten goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 10.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed is gesloten.
Er staat een vlek midden boven op
de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere afdrukmedia op pagina 17.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 17.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen op pagina 164.)
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 10.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel Printkop heen en weer voor Windows
®
of Printkop heen en weer voor
Macintosh
®
uit.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Kan niet afdrukken met Pagina
layout-opties.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. De hoogste resolutie heeft meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook
op Kleurinstellingen en schakel Kleurverbetering uit.
Zet de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan normaal
afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals
256 kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie
Kleurverbetering minstens 24-bits kleurgegevens.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties










