Operation Manual
Hoofdstuk 9
62
Faxopdrachten op afstand 9
U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van onderstaande opdrachten.
Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door l) invoert,
hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten op afstand Wat u moet doen
95 Wijzig de instellingen voor Fax
doorzenden of Fax opslaan
1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of
gewist.
2 Fax doorzenden
Eén lange toon betekent dat de wijziging is geaccepteerd. Als u
drie korte piepjes hoort, kunt u geen wijzigingen maken omdat er
niet aan een van de voorwaarden is voldaan (er is bijvoorbeeld
geen nummer opgegeven waarnaar faxen moeten worden
doorgestuurd. U kunt het maximale aantal beltonen registreren.
(Zie
Het nummer voor fax doorzenden wijzigen op pagina 61.)
Wanneer u het nummer hebt ingevoerd, functioneert fax
doorzenden.
4 Nummer voor fax doorzenden
6 Fax opslaan
96 Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragen Toets het nummer in van de faxmachine waarop het
opgeslagen faxbericht moet worden ontvangen. (Zie
Faxberichten opvragen op pagina 60.)
3 Faxen in het geheugen wissen Als u één lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het
geheugen gewist.
97 De ontvangststatus
controleren
1 Fax U kunt controleren of uw machine faxberichten heeft
ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange toon. Als er
geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
98 De ontvangststand wijzigen
1 Extern ANTW.APP. Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Uitsluitend fax
90 Afsluiten Druk op 9 0 om de afstandsbediening af te sluiten. Wacht op de
lange toon en leg vervolgens de hoorn op de haak.










