Operation Manual

Telefoon en externe apparatuur
45
7
De lijst Nummerweergave afdrukken 7
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
b Druk op a of b om Print rapport te
selecteren.
Druk op OK.
Wanneer er geen nummerweergave is
opgeslagen, klinkt de pieper en
verschijnt Geen Beller ID op de
LCD.
c Druk op Start.
d Na het afdrukken drukt u
op Stop/Eindigen.
Het type telefoonlijn instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen. Als u een lijn
gebruikt waarop een PBX is aangesloten,
kunt u instellen dat de machine altijd toegang
krijgt tot een buitenlijn of niet.
a Druk op Menu, 0, 6.
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te selecteren.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal selecteert,
gaat u naar g.
Als u PBX selecteert, gaat u naar d.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige voorvoegsel
wilt veranderen, drukt u op 1 en gaat
u naar e.
Wanneer u het huidige voorvoegsel
niet wilt veranderen, drukt u op 2 en
gaat u naar g.
e
Voer het netnummer (maximaal 5 cijfers)
in via de kiestoetsen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de nummers 0 tot en met 9, #, l en
! gebruiken.
(Druk op Telefoon/Intern om “!” weer te
geven.)
U kunt ! niet gebruiken in combinatie met
enig ander nummer of karakter.
Wanneer uw telefoonnummer een
geplande onderbreking-oproep (timed
break recall) nodig heeft, druk dan op
Telefoon/Intern om de onderbreking in te
voeren.
Wanneer de pulskiesmodus aan staat,
kunt u # en l niet gebruiken.
f Druk op a of b om Aan of Altijd te
selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
•Als u Aan hebt geselecteerd, krijgt u door
op Telefoon/Intern te drukken (op het
scherm verschijnt “!”) toegang tot een
buitenlijn.
•Als u Altijd hebt geselecteerd, krijgt u
toegang tot een buitenlijn zonder op
Telefoon/Intern te drukken.
g Druk op Stop/Eindigen.