Operation Manual
Beveiligingsfuncties
27
4
d Toets een viercijferig nummer in voor
het nieuwe wachtwoord.
Druk op OK.
e Wanneer de LCD Nogmaals: toont,
voer het nieuwe wachtwoord dan
nogmaals in.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Openbare gebruiker instellen 4
U kunt de Openbare gebruiker instellen.
Openbare gebruikers hoeven geen
wachtwoord in te voeren.
Opmerking
U moet minstens één functie deactiveren
om Beveiligd functieslot aan te zetten voor
de openbare gebruiker.
a Druk op Menu, 1, 8, 1.
b Druk op a of b om Gebruiker inst.
te selecteren. Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Openbaar te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Activeren of
Deactiv. te selecteren voor FaxTx.
Druk op OK.
Wanneer u Fax Tx hebt ingesteld,
herhaalt u deze stap voor Fax Rx,
Kopiëren, Scannen en PC print.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt
PC print
uitsluitend voor de
openbare gebruiker instellen. Wanneer u
PC print
uitschakelt voor openbare
gebruikers, schakelt het ook
PC print
uit
voor alle beperkte gebruikers.
f Druk op Stop/Eindigen.
Beperkte gebruikers instellen 4
U kunt gebruikers met beperkingen en een
wachtwoord instellen.
a Druk op Menu, 1, 8, 1.
b Druk op a of b om Gebruiker inst.
te selecteren. Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebruiker01 te
selecteren. Druk op OK.
e Gebruik het numerieke toetsenbord om
de gebruikersnaam in te voeren. (Zie
Tekst invoeren op pagina 150.) Druk op
OK.
f Toets een viercijferig wachtwoord in
voor de gebruiker. Druk op OK.
g Druk op a of b om Activeren of
Deactiv. te selecteren voor FaxTx.
Druk op OK.
Wanneer u Fax Tx hebt ingesteld,
herhaalt u deze stap voor Fax Rx,
Kopiëren en Scannen.
Druk op OK.
h Herhaal stap d tot en met g om elke
extra gebruiker en elk extra wachtwoord
in te voeren.
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt niet hetzelfde wachtwoord gebruiken
als een ander gebruikerswachtwoord.










