Network User's Guide

Table Of Contents
Instellen via het bedieningspaneel
83
6
WPS w/PIN code (uitsluitend draadloze netwerken) 6
Wanneer uw draadloze toegangspunt Wi-Fi Protected Setup™ (PIN-methode) ondersteunt, kunt u de
machine configureren zonder computer. De PIN-methode (PIN = Personal Identification Number) is één van
de verbinsingsmethoden die de Wi-Fi Alliance heeft ontwikkeld. Wanneer u een PIN invoert die een Enrollee
(uw machine) heeft gemaakt voor de registrar (een apparaat dat het draadloze LAN beheert), kunt u het
draadloze netwerk en veiligheidsinstellingen realiseren. Zie de gebruikershandleiding van uw draadloze
LAN-router of toegangspunt voor informatie over het gebruik van de Wi-Fi
Protected Setup™ modus.
Raadpleeg
De PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™ gebruiken op pagina 34.
Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken) 6
Status 6
Dit veld toont de huidige status van het draadloze netwerk; Actief(11b), Actief(11g),
Bedrade
LAN act., WLAN UIT, AOSS actief of Verbinding NG.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om LAN te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Status WLAN te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Status te selecteren.
Druk op OK.
f De huidige status van het draadloze netwerk verschijnt; Actief(11b), Actief(11g),
Bedrade
LAN act., WLAN UIT, AOSS actief of Verbinding NG.
g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Signaal 6
Dit veld toont de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk; Sterk, Medium, Zwak of Geen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om LAN te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Status WLAN te selecteren.
Druk op OK.