Network User's Guide

Table Of Contents
10
2
2
Overzicht 2
Voordat u de machine van Brother in een netwerk gaat gebruiken, moet u eerst de software van Brother
installeren en de TCP/IP-netwerkinstellingen op de machine zelf configureren. In dit hoofdstuk leert u de
vereiste basisstappen om met behulp van het TCP/IP protocol af te drukken via het netwerk.
Wij raden u aan om voor het installeren van de Brother software het installatieprogramma van Brother op de
cd-rom van Brother te gebruiken, aangezien dit programma u door de installatie van de software en
netwerkbenodigdheden leidt. Volg de instructies in de meegeleverde installatiehandleiding.
Opmerking
Als u het installatieprogramma van Brother niet wilt of kunt gebruiken, kunt u de netwerkinstellingen ook
via het bedieningspaneel van de machine wijzigen. Raadpleeg
Instellen via het bedieningspaneel
op pagina 74 voor meer informatie hierover.
IP-adressen, subnetmaskers en gateways 2
Als u de machine in een genetwerkte TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het
subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver, moet zich op hetzelfde logische
netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en gateway-
adres worden geconfigureerd.
IP-adres 2
Een IP-adres is een reeks cijfers die elke computer identificeert die op het netwerk is aangesloten. Een IP-
adres bestaat uit vier nummers die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk nummer ligt tussen de 0
en 255.
Voorbeeld: in een klein netwerk zou u normaal gesproken het laatste cijfer wijzigen.
192.168.1.1
192.168.1.2
192.168.1.3
De machine configureren voor een
netwerk
2