Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING MFC-7840W
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 De machine configureren voor een netwerk
- Overzicht
- IP-adressen, subnetmaskers en gateways
- Schema - stap voor stap
- Het IP-adres en subnetmasker instellen
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen
- BRAdmin Light gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- BRAdmin Professional gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor Windows®)
- Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- Beheer via een webbrowser gebruiken om de instellingen van de afdruk-/ scanserver te wijzigen
- Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (niet beschikbaar voor Windows Server® 2003)
- Instellingen van de afdrukserver wijzigen met andere methoden
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren
- Overzicht
- Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
- Schema, stap voor stap configureren van een draadloos netwerk
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- Controleer welke installatiemethode voor draadloze netwerkomgeving u hebt
- Configureren met behulp van de installatiewizard op het bedienpaneel om uw draadloze-netwermachine te configureren
- Configureren met behulp van het SES/WPS/AOSS menu van het bedienpaneel (automatisch draadloos) (uitsluitend infrastructuurmodus)
- Configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™ (uitsluitend infrastructuurmodus)
- Configureren met behulp van het installatieprogramma van Brother op de cd-rom om uw draadloze-netwerkmachine te configureren
- De machine voor een draadloos netwerk configureren
- De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken
- Het SES/WPS/AOSS menu van het bedienpaneel gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren (automatisch draadloos)
- De PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™ gebruiken
- Het installatieprogramma op de cd-rom gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren
- 4 Draadloze configuratie voor Windows® met behulp van de installatietoepassing van Brother
- 5 Draadloze configuratie voor Macintosh® met behulp van de installatietoepassing van Brother
- 6 Instellen via het bedieningspaneel
- LAN-menu
- TCP/IP
- Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
- Inst. Wizard (alleen voor draadloze netwerken)
- SES/WPS/AOSS (uitsluitend draadloze netwerken)
- WPS w/PIN code (uitsluitend draadloze netwerken)
- Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken)
- Standaard inst
- Bedraad activ. (alleen bedrade netwerken)
- WLAN Activeren (alleen voor draadloze netwerken)
- Scan naar FTP
- De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen
- De netwerkconfiguratielijst afdrukken
- LAN-menu
- 7 De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®)
- 8 Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
- 9 Onder Windows® afdrukken via internet
- 10 Vanaf een Macintosh® afdrukken via het netwerk
- 11 Beheer via een webbrowser
- 12 Beveiligingsfuncties
- 13 Problemen oplossen
- Appendix A
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- De serversoftware Brother Web BRAdmin voor IIS gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Installeren met gebruik van webservices (Bij gebruik van Windows Vista®)
- Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde wachtrij of Share (alleen printerdriver)
- Appendix B
- Index
Onder Windows
®
afdrukken via internet
98
9
Met het IPP-protocol afdrukken onder Windows
®
2000/XP,
Windows Vista
®
en Windows Server
®
2003 9
Volg deze instructies als u de IPP-afdrukfuncties van Windows
®
2000/XP, Windows Vista
®
of
Windows
Server
®
2003 wilt gebruiken.
Voor Windows Vista
®
9
a Klik op Start, kies Configuratiescherm, selecteer Hardware en geluiden en dan Printers.
b Klik op Een printer toevoegen.
c Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen.
d Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst.
e Selecteer Een gedeelde printer op naam selecteren en voer in het URL-veld het volgende in:
http://IP-adres van printer:631/ipp (waar “IP-adres van printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van
de printer is.)
Opmerking
Als u het HOSTS-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem (DNS) gebruikt,
dan mag u hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel
TCP/IP- als NetBIOS-namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren.
De NetBIOS-naam kunt u vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. Raadpleeg
De
netwerkconfiguratielijst afdrukken op pagina 87 voor informatie over het afdrukken van de
netwerkconfiguratielijst. De toegewezen NetBIOS-naam bestaat uit de eerste 15 tekens van de
knooppuntnaam en standaard wordt deze weergegeven als “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad
netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk.
f Zodra u op Volgende klikt, maakt Windows Vista
®
de verbinding met de opgegeven URL.
Als de printerdriver reeds geïnstalleerd is:
1 Het printerselectiescherm wordt weergegeven in de Wizard Printer toevoegen. Klik op OK.
Als het geschikte printer-stuurprogramma al is geïnstalleerd op uw pc, zal Windows Vista
®
automatisch dit printer-stuurprogramma gebruiken. In dat geval vraagt het programma u of u de
huidige driver wilt instellen als standaardprinter, waarna de installatie van de driver voltooid
wordt. U kunt nu gaan afdrukken.
2 Ga naar k.
Als de printerdriver NIET geïnstalleerd is:
Een van de voordelen van het afdrukken via het IPP-protocol is, dat dit de modelnaam van de printer
identificeert wanneer u ermee communiceert. Als de communicatie goed is verlopen, wordt
automatisch de modelnaam van de printer weergegeven. Dit betekent dat u Windows Vista
®
niet
hoeft te laten weten welk type printer-stuurprogramma u wilt gebruiken.
Ga naar g.










