User Manual

Table Of Contents
Voor netwerkgebruikers
46
6
Tekst invoeren
Bij het instellen van bepaalde menuopties (zoals de stationsnaam) moet u teksttekens invoeren. Op de
kiestoetsen zijn letters afgedrukt. De toetsen: 0, # en l hebben geen letters erboven, omdat deze toetsen voor
speciale tekens worden gebruikt.
Druk zo vaak op de desbetreffende kiestoets tot u toegang krijgt tot onderstaande tekens.
Spaties invoeren
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer op tussen de cijfers. Wanneer u een spatie
in een naam wilt invoegen, drukt u twee keer op tussen de tekens.
Corrigeren
Als u een letter fout hebt ingevoerd en deze wilt corrigeren, drukt u op om met de cursor naar het fout
ingevoerde teken te gaan en drukt u vervolgens op Wis/terug.
Letters herhalen
Om een teken in te voeren dat op dezelfde toets als het vorige teken staat, drukt u op om de cursor naar
rechts te bewegen, en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen
Druk op l, # of 0, en druk vervolgens op of om de cursor naar het gewenste symbool of teken te
verplaatsen. Druk op OK om het teken of symbool te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de
volgende symbolen en tekens.
Druk
op
toets
1 X 2 X 3 X 4 X
2 ABC2
3 DEF3
4 GH I 4
5 JKL5
6 MNO6
7 PQRS
8 TUV8
9 WX Y Z
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ' ( ) l + , - . / m
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ˆ _ ¥ ~ ‘ | { }
Druk op 0 voor Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0