User Manual
Table Of Contents
- Installatiehandleiding MFC-7840W
- Gebruikte symbolen in deze handleiding
- Inhoudsopgave
- Aan de slag
- Stap 1 De machine installeren
- 1 De drumeenheid en de tonercartridge-module plaatsen
- 2 Papier in de papierlade plaatsen
- 3 Het netsnoer en telefoonsnoer aansluiten
- 4 De datum en tijd instellen
- 5 Uw stations-ID instellen
- 6 Toon- of pulsmodus
- 7 Een ontvangstmodus kiezen
- 8 Type telefoonlijn instellen
- 9 Het contrast van het LCD- scherm instellen
- Stap 2 Het stuurprogramma en software installeren
- MFL-Pro Suite op de meegeleverde cd-rom
- Windows®
- Bij gebruik van de USB-interfacekabel (voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®)
- Bij gebruik van een bedrade netwerkinterface (voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®)
- Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface (voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®) in de infrastructuurmodus
- Het draadloze apparaat en het draadloze netwerk verbinden, en het printer- stuurprogramma in de infrastructuurmodus installeren
- De installatiewizard van het bedienpaneel LAN-menu voor draadloze netwerkconfiguratie gebruiken
- De SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ software gebruiken om het apparaat te configureren voor een draadloos netwerk (éénknops methode)
- Macintosh®
- Bij gebruik van de USB-interfacekabel
- Bij gebruik van de interface voor bedrade netwerken
- Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) in de infrastructuurmodus
- Het draadloze apparaat en het draadloze netwerk verbinden, en het printer- stuurprogramma in de infrastructuurmodus installeren
- De installatiewizard van het bedienpaneel LAN-menu voor draadloze netwerkconfiguratie gebruiken (infrastructuurmodus)
- De SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ software gebruiken om het apparaat te configureren voor een draadloos netwerk (éénknops methode)
- Voor netwerkgebruikers
- Verbruiksartikelen en opties
- brohter DUT
Voor netwerkgebruikers
46
6
Tekst invoeren
Bij het instellen van bepaalde menuopties (zoals de stationsnaam) moet u teksttekens invoeren. Op de
kiestoetsen zijn letters afgedrukt. De toetsen: 0, # en l hebben geen letters erboven, omdat deze toetsen voor
speciale tekens worden gebruikt.
Druk zo vaak op de desbetreffende kiestoets tot u toegang krijgt tot onderstaande tekens.
Spaties invoeren
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer op tussen de cijfers. Wanneer u een spatie
in een naam wilt invoegen, drukt u twee keer op tussen de tekens.
Corrigeren
Als u een letter fout hebt ingevoerd en deze wilt corrigeren, drukt u op om met de cursor naar het fout
ingevoerde teken te gaan en drukt u vervolgens op Wis/terug.
Letters herhalen
Om een teken in te voeren dat op dezelfde toets als het vorige teken staat, drukt u op om de cursor naar
rechts te bewegen, en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen
Druk op l, # of 0, en druk vervolgens op of om de cursor naar het gewenste symbool of teken te
verplaatsen. Druk op OK om het teken of symbool te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de
volgende symbolen en tekens.
Druk
op
toets
1 X 2 X 3 X 4 X
2 ABC2
3 DEF3
4 GH I 4
5 JKL5
6 MNO6
7 PQRS
8 TUV8
9 WX Y Z
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ' ( ) l + , - . / m
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ˆ _ ¥ ~ ‘ | { }
Druk op 0 voor Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0










