Network User's Guide

Table Of Contents
De netwerkprinter configureren
2 - 4
2
Opmerking
Als de afdruk-/scanserver is ingesteld op de standaardinstellingen en er geen
DHCP/BOOTP/RARP-server wordt gebruikt, wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin
Professional weergegeven als APIPA.
U kunt de knooppuntnaam en het Ethernetadres (Adres van knooppunt hierboven) vinden door de
netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Raadpleeg De netwerkconfiguratiepagina afdrukken op
pagina 3-7 voor informatie over het op de afdruk-/scanserver afdrukken van de configuratiepagina.
4
Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat dat u wilt configureren.
5
Voer het IP-adres, het subnetmasker en de gateway (indien gewenst) van uw afdruk-/scanserver in.
6
Klik op OK.
7
Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de afdruk-/scanserver van Brother in de lijst van
apparaten staan.
De netwerkprinter via andere methoden configureren
U kunt de netwerkprinter ook met andere methoden configureren. Raadpleeg Andere manieren om het
IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) op pagina A-1.
De instellingen van de afdruk-/scanserver wijzigen
BRAdmin Professional en het TCP/IP-protocol gebruiken voor het wijzigen
van de instellingen van de afdruk-/scanserver (alleen voor Windows
®
)
1
Start BRAdmin Professional (onder Windows
®
98/98SE/Me, Windows NT
®
4.0 en Windows
®
2000/XP)
door te klikken op Start / Programma's / Brother Administrator Utilities /
Brother BRAdmin Professional Utilities / BRAdmin Professional.
2
Selecteer TCP/IP in het linkerframe van het hoofdvenster van BRAdmin.
3
Selecteer de afdruk-/scanserver die u wilt configureren in het rechterframe van het hoofdvenster van
BRAdmin.
4
Selecteer in het menu Besturing de optie Afdrukserver configureren.
5
Voer een wachtwoord in. Het standaardwachtwoord is access.
6
U kunt de instellingen van de afdruk-/scanserver nu wijzigen.