User Manual
Table Of Contents
- GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-7420/MFC-7820N
- INFORMATIE OVER GOEDKEURING
- Samenstelling en Publicatie
- EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE
- Veiligheidsmaatregelen
- Beknopt overzicht
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 Aan de slag
- Eerste instellingen
- Standaardinstellingen
- De Mode Timer instellen
- Het type papier instellen
- Het papierformaat instellen
- Het belvolume instellen
- Het volume van de waarschuwingstoon instellen
- Het volume van de luidspreker instellen
- Automatisch zomer-/wintertijd inschakelen
- Toner-bespaarstand
- Slaaptijd
- Het contrast van het LCD-scherm instellen
- Beveiliging
- Verzendslot (alleen MFC-7420)
- Geheugenbeveiliging (alleen MFC-7820N)
- Instelslot
- 3 Het verzenden instellen
- 4 De ontvangstmodus instellen
- 5 Snelkiesnummers en kiesopties
- 6 Opties voor afstandsbediening
- 7 Rapporten afdrukken
- 8 Kopiëren
- 9 Software- en netwerkfuncties
- 10 Belangrijke informatie
- 11 Problemen oplossen en routineonderhoud
- Bijlage A
- Bijlage B
- Verklarende woordenlijst
- Specificaties
- Index
- Afstandsbediening - Overzicht
- brother BEL-DUT
Verklarende woordenlijst
V - 3
Internationale modus
In deze stand worden de faxtonen tijdelijk
gewijzigd om ruis en statische elektriciteit
op internationale telefoonlijnen te
onderdrukken.
Journaalperiode
De vooraf geprogrammeerde regelmaat
waarmee de faxjournalen automatisch
worden geprint. U kunt het faxjournaal
desgewenst ook op elk ander tijdstip
printen, zonder deze instelling op te
heffen.
LCD-scherm (liquid crystal display)
Dit is het schermpje op uw machine
waarop tijdens het programmeren op het
scherm meldingen verschijnen. Wanneer
de machine inactief is, worden op dit
schermpje de datum en de tijd
aangegeven.
OCR (Optical Character Recognition)
De meegeleverde software ScanSoft
®
OmniPage
®
zet een afbeelding van tekst
om in tekst met een bewerkbaar formaat.
Ontvangst zonder papier
Als deze functie is geactiveerd en het
papier in uw machine is op, worden
ontvangen faxen in het geheugen van de
machine opgeslagen.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van 3,5
seconden in een ééntoetsnummers en
snelkiesnummers invoeren. Druk zo vaak
op Redial/Pause als het aantal pauzes
dat u wilt inlassen.
Pollen
Het proces waarbij een faxmachine een
andere faxmachine opbelt en daar
faxberichten opvraagt.
Programmeermodus
De programmeermodus waarmee u de
instellingen van uw machine kunt
wijzigen.
Reserveafdruk
Uw machine drukt een afschrift af van alle
faxen die in het geheugen werden
ontvangen.
Dit is voor alle zekerheid, zodat u geen
berichten verliest als de stroom zou
uitvallen.
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen
per inch. Zie ook: Standaard, Fijn,
Superfijn en Foto.
Resterende taken
U kunt controleren welke taken nog in het
geheugen staan en deze taken
afzonderlijk annuleren.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Snelkieslijst
Een lijst van namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
ééntoets- en snelkiesnummers. De
nummers staan in numerieke volgorde in
de lijst.
Snelkiezen
Een voorgeprogrammeerd nummer dat u
snel kunt kiezen. U moet drukken op de
Search/Speed Dial toets, #, en de
driecijferige code en Start om het kiezen
te starten.
Standaardresolutie
203 x 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst
van normaal formaat en biedt de snelste
transmissie.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die bovenaan
gefaxte pagina’s verschijnt. Het bevat de
naam en het faxnummer van de
verzender.
Superfijne resolutie
203 x 392 dpi. Ideaal voor kleine
afdrukken en lijntekeningen.










