Software User's Guide

Table Of Contents
De machine als een printer gebruiken
1 - 10
1
Rand
Als u meerdere pagina's op één vel afdrukt met behulp van de functie Meerdere pagina’s, kunt u kiezen of u
een rand, stippellijn of geen rand om elke pagina op het vel wilt afdrukken.
Afdrukstand
Deze functie selecteert de stand waarin uw document zal worden afgedrukt (
Staand
of
Liggend
).
Aantal
Hiermee selecteert u hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
Sorteren
Als het selectievakje
Sorteren
is geselecteerd, wordt er een compleet exemplaar van uw document
afgedrukt, en wordt dit herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als het selectievakje
Sorteren
niet is geselecteerd, wordt voor alle exemplaren eerst de eerste pagina afgedrukt, voordat de
volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
Mediatype
U kunt de volgende papiersoorten kiezen voor uw machine. Voor de beste afdrukkwaliteit selecteert u welke
papiersoort u wilt gebruiken.
Opmerking
Selecteer
Normaal papier
wanneer u normaal papier gebruikt (70 tot 95 g/m
2
). Wanneer u dikker papier,
enveloppen of gestructureerd papier gebruikt, selecteert u
Dik papier
of
Dikker papier
. Voor
bankpostpapier selecteert u
Briefpapier
en voor transparanten selecteert u
Transparanten
.
Wanneer u enveloppen gebruikt selecteert u
Enveloppen
. Als u
Enveloppen
hebt geselecteerd en de
toner wordt niet correct op de envelop gefixeerd, selecteert u
Env. Dik
. Als u
Enveloppen
hebt
geselecteerd en de envelop verkreukeld is, selecteert u
Env. Dun
.
Papierbron
U kunt
Automatisch
,
Lade1
of
Handmatig
kiezen en aparte lades aangeven voor het afdrukken van de
eerste pagina en voor het afdrukken vanaf de tweede pagina.
Normaal papier Dun papier Dik papier Dikker papier Briefpapier
Transparanten Enveloppen Env. Dik Env. Dun Kring looppapir
Liggend
Staand
Vakje Sorteren geselecteerd Vakje Sorteren niet geselecteerd