Operation Manual
Hoofdstuk 3
3 - 6
Faxresolutie
Nadat u het document hebt geladen kunt u
Resolutie gebruiken om de instelling tijdelijk
te veranderen (uitsluitend voor deze fax).
Druk in de faxmodus , op Resolutie en
▲ of ▼ om de door u gewenste instelling te
selecteren, en druk op Menu/Set.
—OF—
u kunt de standaardinstelling wijzigen:
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht,
drukt u op (Fax).
2
Druk op Menu/Set, 2, 2, 2.
3
Druk op ▲ of ▼ om de door u gewenste
resolutie te selecteren.
Druk op Menu/Set.
Tweevoudige werking
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen inlezen - zelfs wanneer de
machine een fax vanuit het geheugen
verzendt, faxen ontvangt of gegevens vanuit
de PC afdrukt. Het LCD-scherm toont het
nieuwe taaknummer.
Opmerking
■ Hoeveel pagina’s u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens
die erop zijn afgedrukt.
■ Als u tijdens het scannen van de eerste
pagina van een fax een melding
Geheugen vol
ontvangt, moet u op
Stop/Eindigen drukken om de scan te
annuleren. Als u tijdens het scannen van
een volgende pagina een melding
Geheugen vol
ontvangt, kunt u op Start
drukken om de tot op dat moment
gescande pagina’s te verzenden, of op
Stop/Eindigen drukken om de handeling
te annuleren.
Standaard
Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn
Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
Superfijn
Geschikt voor kleine
lettertjes of artwork. De
transmissiesnelheid is
lager dan bij de fijne
resolutie.
Foto
Gebruiken wanneer het
document verschillende
grijstinten heeft of een foto
is. Deze instelling heeft de
laagste
transmissiesnelheid.
Verzendmenu
2.Faxresolutie










