User Manual
Table Of Contents
- SOFTWAREHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- Paragraaf I Windows®
- 1 Afdrukken
- De Brother-printerdriver gebruiken
- Functies
- Het juiste type papier kiezen
- Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen
- Gegevens in het geheugen wissen
- De afdrukkwaliteit controleren
- Statusvenster
- Instellingen van de printerdriver
- De instellingen van de printerdriver openen
- Het tabblad Normaal
- Het tabblad Geavanceerd
- Het tabblad Ondersteuning
- 2 Scannen
- Een document scannen met de TWAIN-driver
- Een document scannen met de WIA-driver (alleen voor Windows® XP)
- De scantoets gebruiken (voor gebruikers van een USB-kabel)
- Werken met ScanSoft® PaperPort® 9.0SE en OmniPage® OCR
- Items bekijken
- Uw items in mappen rangschikken
- Snelkoppelingen naar andere toepassingen
- Met ScanSoft® Omnipage® OCR kunt u tekst in een beeld omzetten in tekst die u kunt bewerken
- U kunt items uit andere toepassingen importeren
- U kunt items in andere bestandsformaten exporteren
- PaperPort® 9.0SE en ScanSoft® OmniPage® OCR verwijderen
- 3 ControlCenter2
- 4 Scannen in een netwerk (voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning)
- 5 Remote Setup (Niet mogelijk voor DCP-modellen en MFC-215C)
- 6 Brother PC-FAX-software (uitsluitend voor MFC-modellen)
- Faxen via de pc
- Snelkiezen instellen
- Het Brother-adresboek
- Iemand in het adresboek opnemen
- Nummergroepen voor groepsverzenden instellen
- Gegevens van groepsleden bewerken
- Een naam of een groep verwijderen
- Het adresboek exporteren
- In het adresboek importeren
- Een voorblad instellen
- Informatie voor het voorblad invoeren
- Bestand verzenden als PC-Fax met faxstijl-gebruikersinterface
- Bestand verzenden als PC-Fax met interface in e-mailstijl.
- PC-FAX ontvangen (uitsluitend voor MFC-425CN, MFC-640CW en MFC-820CW)
- 7 PhotoCapture Center™
- 1 Afdrukken
- Paragraaf II Apple® Macintosh®
- 8 Afdrukken en faxen
- 9 Scannen
- 10 ControlCenter2
- 11 Scannen in een netwerk (voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning)
- 12 Remote Setup en PhotoCapture Center™
- Index
- brother DUT
129
10
Opmerking
De functies die in het ControlCenter2 kunnen worden gebruikt, zijn afhankelijk van het model.
ControlCenter2 gebruiken
(voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter) 10
ControlCenter2 is een hulpprogramma waarmee u snel en gemakkelijk toegang krijgt tot applicaties die u
veelvuldig gebruikt. Met gebruik van ControlCenter2 hoeven specifieke applicaties niet meer handmatig te
worden gestart. Het pictogram verschijnt op de menubalk. Klik op het pictogram en selecteer Open
om het venster van ControlCenter2 te openen. ControlCenter2 biedt de volgende functies:
a Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail, tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze.
(1)
b U kunt programmeerbare scanknoppen configureren om aan de vereisten van uw eigen toepassing te
voldoen. (2)
c Open de kopieerfuncties via uw Macintosh
®
. (3)
d Open de instellingen om uw apparaat te configureren. (4)
e U kunt kiezen welke machine verbinding maakt met ControlCenter2 in het keuzemenu Model. (5)
f U kunt het configuratievenster voor elke functie bovendien openen door op de toets Configuratie te
klikken. (6)
ControlCenter2 10
5
1
6
2
3
4










