User Manual

Table Of Contents
Afdrukken en faxen
103
Media type 8
Kies voor de beste afdrukkwaliteit het juiste afdrukmateriaal in het printerstuurprogramma. De machine
wijzigt de manier waarop wordt afgedrukt, afhankelijk van het geselecteerde mediatype.
Normaal papier
Inkjetpapier
Glanzend papier
Transparanten
Langzaam drogend papier
Opmerking
Kies Langzaam drogend papier voor het afdrukken op normaal papier waarop de inkt erg langzaam
opdroogt. Deze instelling kan een lichtelijk vage tekst veroorzaken.
Kwaliteit 8
Bij Kwaliteit kunt u selecteren met welke resolutie het document moet worden afgedrukt. De afdrukkwaliteit
en –snelheid zijn afhankelijk van elkaar. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te
drukken. Welke kwaliteiten u kunt selecteren, is afhankelijk van het type papier dat u hebt gekozen.
Max.
Maximaal 1200 × 6000 dpi. (Zie Resolutie in Specificaties van de gebruikershandleiding.) Gebruik deze
stand als u precieze beelden zoals foto's wilt afdrukken. Dit is de hoogste resolutie met de laagste
snelheid. Als Zonder marges is geselecteerd, is de hoogste resolutie niet beschikbaar.
Foto
Maximaal 1200 × 2400 dpi. Gebruik deze instelling voor het afdrukken van foto's. Omdat er meer
afdrukgegevens zijn dan bij normale documenten, zijn de verwerkingstijd, gegevensoverdrachttijd en
afdruktijd langer.
Fijn
1200 × 1200 dpi. Dit geeft een betere afdrukkwaliteit dan Normaal en de afdruksnelheid is beter dan bij
Foto.
Normaal printen versneld
750 × 750 dpi. Gebruik deze stand als er fijne horizontale balken op het papier verschijnen. Met een
verhoogde resolutie voorkomt u strepen op de afdruk. De afdruksnelheid is dan wel iets langzamer dan in
de normale afdrukmodus. Deze stand kan alleen worden gebruikt wanneer u Normaal papier, Langzaam
drogend papier of Transparanten selecteert.
Normaal
600 × 600 dpi. Goede afdrukkwaliteit met gemiddelde afdruksnelheid.
Snel normaal
600 × 300 dpi. Hogere afdruksnelheid dan bij Normaal.