Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- Overzicht
- Netwerkfuncties
- Typen netwerkverbindingen
- Voorbeeld van bedrade netwerkverbinding
- Voorbeeld van een draadloze netwerkverbinding
- Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt, met een toegangspunt in het netwerk (infrastructuurmodus)
- Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt, zonder een toegangspoort in het netwerk (Ad-hoc modus)
- Er is een toegangspoort in het netwerk, maar de computer ondersteunt geen draadloze functies
- Protocollen
- 2 De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding
- Overzicht
- IP-adressen, subnetmaskers en gateways
- Het IP-adres en subnetmasker instellen
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen
- BRAdmin Professional gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (alleen voor Windows®)
- Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor Windows® en Mac OS® X 10.2.4 of recenter) (niet beschikbaar voor de DCP-340CW)
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren
- Overzicht
- Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
- De machine voor een draadloos netwerk configureren
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen
- BRAdmin Professional gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (alleen voor Windows®)
- Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor Windows® en Mac OS® X 10.2.4 of recenter) (niet beschikbaar voor de DCP-340CW)
- Het LAN-menu op het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- Andere methodes gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren
- 4 Instellen via het bedieningspaneel
- 5 Afdrukken via een netwerk onder Windows®: standaard peer-to-peer-afdrukken via TCP/IP
- 6 Afdrukken via een netwerk onder Macintosh®
- 7 Problemen oplossen
- Overzicht
- Algemene problemen
- CD-ROM is in het cd-romstation geplaatst, maar wordt niet automatisch gestart
- De afdrukserver van Brother terugstellen naar de fabrieksinstellingen
- De computer kan de machine/afdrukserver niet vinden De machine/afdrukserver wordt niet weergegeven in het venster van Remote Setup of BRAdmin Professional (BRAdmin Light)
- Problemen met de installatie van de Network Print Software
- Problemen met afdrukken
- Problemen met scannen en PC-FAX
- Protocol-specifieke problemen
- Problemen met draadloze netwerken oplossen
- 8 Draadloze configuratie voor Windows®
- 9 Draadloze configuratie voor Macintosh®
- Appendix A
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- De serversoftware Brother Web BRAdmin voor IIS* gebruiken om het IP-adres te configureren
- Andere machines updaten via het netwerk (alleen Windows ®)
- Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde wachtrij of Share (alleen printerdriver)
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- Appendix B
- Index
6
6 - 1
6
Afdrukken via een netwerk onder Macintosh
®
Overzicht
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u vanaf een Macintosh
®
via een netwerk kunt afdrukken met de
eenvoudige netwerkconfiguratie onder Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter. Raadpleeg de met de machine
meegeleverde Installatiehandleiding voor meer informatie over het configureren van de inkjetdriver van
Brother op een netwerk met Mac OS
®
9.1 t/m 9.2.
Voor bijgewerkte informatie over het afdrukken vanaf een Macintosh
®
gaat u naar het Brother Solutions
Center op: http://www.solutions.brother.com
.
Afdrukken vanaf een Macintosh
®
met de eenvoudige
netwerkconfiguratie van Mac OS
®
X.
Met Mac OS
®
X 10.2 introduceerde Apple
®
de eenvoudige netwerkconfiguratie.
Met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS
®
X kunt u in een handomdraai een netwerk van
computers en slimme apparaten maken, door deze gewoon op elkaar aan te sluiten. De slimme apparaten
configureren zichzelf automatisch voor compatibiliteit met uw netwerk.
Het is niet nodig om handmatig een IP-adres of netwerkinstelling in de printer te configureren, daar de printer
dit automatisch zelf zal doen.
U dient versie Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter te gebruiken.
De printerdriver selecteren (Mac OS
®
X
10.2.4 of recenter)
1
Zet de machine AAN.
2
Selecteer Programma's in het menu Ga.
3
Open de map Hulpprogramma's.
4
Dubbelklik op het pictogram van het hulpprogramma Printerconfiguratie. (Bij gebruik van Mac OS
®
X
10.2.x, klikt u op het pictogram Print Center.)
5
Klik op Voeg toe.
(Bij gebruik van Mac OS
®
X 10.2.4 t/m 10.3) Ga naar stap 6.
(Bij gebruik van Mac OS
®
X 10.2.4) Ga naar stap 7.










