Network User's Guide

Table Of Contents
3
3 - 1
3
De machine voor een draadloos netwerk
configureren
Overzicht
Als u de machine op een draadloos netwerk wilt aansluiten, volgt u de stappen in de Installatiehandleiding.
Wij raden u aan de installatiewizard uit het LAN menu op het bedieningspaneel van de machine en het
installatieprogramma op de bij de machine geleverde cd-rom te gebruiken. Zo sluit u het apparaat op een
gemakkelijke manier aan op het draadloze netwerk en installeert u de netwerksoftware en printerdriver. Volg
de instructies in de meegeleverde Installatiehandleiding.
Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over het configureren van de instellingen voor het draadloze netwerk.
Raadpleeg Zie IP-adressen, subnetmaskers en gateways op pagina 2-1 voor meer informatie over
TCP/IP-instellingen. Daarna kunt u in Hoofdstuk 5 (voor Windows
®
) en Hoofdstuk 6 (voor Macintosh
®
)
opzoeken hoe u de netwerksoftware en de drivers moet installeren onder het besturingssysteem dat op uw
computer draait.
Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
Wanneer u de draadloze netwerkmachine configureert, moet u zorgen dat de instellingen overeenkomen met
die van het bestaande draadloze netwerk. In dit gedeelte worden de terminologie en concepten van deze
instellingen beschreven, wat van pas kan komen bij het configureren van de draadloze netwerkmachine.
SSID (Service Set Identifier) en kanalen
U moet de SSID en een kanaal configureren om aan te geven met welk draadloos netwerk u verbinding wilt
maken.
SSID
Elk draadloos netwerk heeft een eigen, unieke netwerknaam; in technische termen wordt dit SSID of ESSID
(Extended Service Set Identifier) genoemd. De SSID is een waarde van 32 bytes of minder en wordt
toegewezen aan de toegangspoort. De draadloze netwerkapparaten die u aan het draadloze netwerk wilt
toewijzen, moeten compatibel zijn met de toegangspoort. De toegangspoort en de draadloze
netwerkapparaten verzenden regelmatig draadloze packets (ook wel 'beacons' genoemd) die de
SSID-gegevens bevatten. Wanneer uw draadloze netwerkapparaat een beacon ontvangt, kunt u bepalen van
welk draadloos netwerk uw apparaat radiogolven kan ontvangen.
Kanalen
Draadloze netwerken gebruiken kanalen. Elk draadloos kanaal zit op een andere frequentie. Wanneer u het
apparaat van Brother voor een draadloos netwerk configureert, moet u het apparaat instellen op het kanaal
dat wordt gebruikt in het draadloze netwerk waarmee verbinding wordt gemaakt. Bij gebruik van een
draadloos netwerk kunnen maximaal 14 kanalen worden gebruikt. In vele landen is echter slechts een
beperkt aantal kanalen beschikbaar (Zie Specificaties van de afdrukserver op pagina B-1 voor meer
informatie).