Network User's Guide

Table Of Contents
Appendix A
A - 8
A
Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde
wachtrij of Share (alleen printerdriver)
Opmerking
Zorg dat u een IP-adres op de machine hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk
uitvoert (zie hoofdstuk 2 als u het IP-adres nog niet hebt geconfigureerd).
Controleer of de hostcomputer en afdrukserver zich ofwel op hetzelfde subnet bevinden of dat de
router foutloos is geconfigureerd zodat gegevensuitwisseling tussen deze twee apparaten mogelijk is.
Voordat u met de installatie begint, moet u eventuele persoonlijke firewallsoftware (bijvoorbeeld de
firewall voor internetverbindingen in ® XP) uitschakelen. Als u zeker weet dat u kunt afdrukken, kunt
u de persoonlijke firewall weer activeren.
1
Start het installatieprogramma op de cd-rom en volg de instructies in de Installatiehandleiding.
2
Selecteer de modelnaam en uw taal (indien nodig) en klik vervolgens op Optionele applicaties
installeren.
3
Klik op Printerdriver (alleen).
4
Klik als antwoord op de verwelkoming op Volgende. Volg de instructies op het scherm.
5
Selecteer Standaardinstallatie en klik op Volgende.
6
Selecteer Op netwerk gedeelde printer en klik vervolgens op de knop Volgende.
7
Selecteer de wachtrij voor uw printer en klik op de knop OK.
Opmerking
Neem contact op met uw beheerder als u niet zeker weet welke locatie en printernaam in het netwerk gebruikt
worden.
8
Klik op Voltooien.