Network User's Guide

Table Of Contents
2
2 - 1
2
De machine configureren voor een netwerk met
een Ethernetkabelverbinding
Overzicht
Voordat u uw machine van Brother in een netwerkomgeving kunt gebruiken, moet u de TCP/IP-instellingen
configureren. In dit hoofdstuk worden de basisstappen beschreven die moeten worden uitgevoerd om via het
TCP/IP-protocol over het netwerk af te drukken.
Opmerking
U kunt de TCP/IP-instellingen van de machine configureren via het bedieningspaneel aan de voorkant van
de machine (zie Instellen via het bedieningspaneel op pagina 4-1 voor meer informatie).
Wij raden u aan het automatische installatieprogramma te gebruiken. U vindt dit programma op de cd-rom
die u bij de machine hebt ontvangen. Dit programma helpt u de machine op eenvoudige wijze op het netwerk
aan te sluiten en de netwerksoftware en printerdriver te installeren, die u nodig hebt om de
netwerkconfiguratie te voltooien. De instructies op het scherm leiden u door de juiste procedures, zodat u de
machine van Brother snel in het netwerk kunt gaan gebruiken. Volg de instructies in de meegeleverde
Installatiehandleiding.
Lees dit hoofdstuk om uit te vinden hoe u de TCP/IP-instellingen moet configureren als u de machine wilt
configureren zonder het automatische installatieprogramma. Daarna kunt u in Hoofdstuk 5 (voor Windows
®
)
en Hoofdstuk 6 (voor Macintosh
®
) opzoeken hoe u de netwerksoftware en de printerdriver moet installeren
onder het besturingsprogramma dat op uw computer draait.
IP-adressen, subnetmaskers en gateways
Als u de machine in een netwerk TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het subnetmasker
configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver moet zich op hetzelfde logische netwerk
bevinden als uw hostcomputers. Als dit niet het geval is, moet u het subnetmasker en het gateway-adres op
de juiste wijze configureren.
IP-adres
Een IP-adres is een reeks cijfers die elk apparaat identificeert dat op het netwerk is aangesloten. Een
IP-adres bestaat uit vier nummers die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk nummer ligt tussen de
0 en 255.
Bijvoorbeeld: in een klein netwerk zou u normaal gesproken de laatste cijfers wijzigen.
192.168.1.1
, 192.168.1.2, 192.168.1.3