Network User's Guide

Table Of Contents
A
A - 1
A
Appendix A
Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor
geavanceerde gebruikers en beheerders)
zie Het IP-adres en subnetmasker instellen op pagina 2-3 om uit te vinden hoe u de machine met BRAdmin
Professional of een webbrowser voor een netwerk kunt configureren.
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde mechanismen die worden
gebruikt voor het toewijzen van een IP-adres. Als u een DHCP-server in uw netwerk hebt zal de afdrukserver
het IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en
1002 compatibele dynamische naamservice.
Opmerking
Als u niet wilt dat uw afdrukserver via DHCP, BOOTP of RARP wordt geconfigureerd, moet u de BOOT
METHOD instellen op 'statisch'. Zo voorkomt u dat de afdrukserver probeert om een IP-adres van een van
deze systemen te krijgen. U kunt de BOOT METHOD wijzigen via het hulpprogramma BRAdmin
Professional.
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
BOOTP is een alternatief voor rarp. Het voordeel van BOOTP is dat ook het subnetmasker en de gateway
geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet
BOOTP op uw hostcomputer zijn geïnstalleerd en daar draaien (het hoort in het bestand /etc/services
op uw host als een ware service te verschijnen; typ man bootpd of raadpleeg de met uw systeem
meegeleverde documentatie voor nadere informatie hierover). BOOTP wordt doorgaans opgestart via het
bestand /etc/inetd.conf en u kunt dit activeren door het "#" te verwijderen dat in dit bestand voor de
ingang bootp staat. Een doorsnee bootp-ingang in het bestand /etc/inetd.conf kan er bijvoorbeeld als volgt
uitzien:
#bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i
Afhankelijk van het systeem kan deze ingang “bootps” heten in plaats van “bootp”.