Operation Manual

Table Of Contents
Hoofdstuk 3
24
Papierinstellingen 3
Papiersoort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
d Druk op d of c om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
Papierformaat 3
U kunt vijf papierformaten gebruiken voor
afdrukken en kopiëren: Letter, Legal, A4, A5
en 10 × 15 cm. Voor het afdrukken van faxen
hebt u de keuze uit drie formaten: Letter,
Legal en A4. Wanneer u een ander
papierformaat in de machine laadt, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
veranderen, zodat uw machine een
binnenkomende fax op het blad kan
inpassen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
d Druk op d of c om A4, A5, 10x15cm,
Letter en Legal te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.