Operation Manual

Table Of Contents
Problemen oplossen en routineonderhoud
119
B
Slechte afdrukkwaliteit Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 142.)
Zorg dat de instelling voor het soort papier in de printerdriver of voor de
papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het door u gebruikte
type papier. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom en Papiersoort
op pagina 24.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother kunnen tot maximaal 2 jaar gebruikt worden, mits
bewaard in de originele verpakking.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 16.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20° C en 33° C.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 142.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 16.)
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 142.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Tekens en regels overlappen
elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 143.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed staan afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed dichtzit.
Er staat een vlek midden boven op
de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere afdrukmedia op pagina 16.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is als u op de achterzijde van het papier
afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even Pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 16.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen op pagina 141.)
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties