Operation Manual
DOCUMENTEN EN PAPIER LADEN 2 - 4
Over papier
De afdrukkwaliteit van uw document kan worden beïnvloed door het
soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt
gekozen, dient u de papiersoort altijd in te stellen op het soort papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier,
transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens
een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Voor de beste resultaten dient u uitsluitend het aanbevolen papier te
gebruiken.
Omgaan met speciaal papier
■
Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze
gesloten blijft. Zorg dat het papier plat ligt en houd het uit de buurt
van vocht, direct zonlicht en warmte.
■
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de
glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier
met de glimmende zijde naar u toe in de machine.
■
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten
aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie
absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken.
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor
inkjetprinters.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier),
transparanten en glanzend papier, moet in het tabblad
"Normaal" van het printer-stuurprogramma of in de instelling
Type papier in het menu (
Menu/Set
,
1
,
2
) altijd het juiste type
papier zijn geselecteerd.
Voorkom bovendien dat er te veel papier bij de uitvoer wordt
gestapeld.










