Operation Manual

Problemen oplossen en routineonderhoud
79
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Kan geen fax verzenden Controleer alle aangesloten snoeren.
Controleer of de toets Fax brandt. (Zie Faxmodus instellen op pagina 22.)
Vraag de andere partij te controleren of de ontvangende machine over papier beschikt.
Druk het Verzendrapport af en controleer of er storingen worden gemeld. (Zie
Rapporten op pagina 59.)
Controleer of het deksel van het bedieningspaneel volledig is gesloten.
In het verzendrapport wordt
‘Result:NG’ of ‘Result:ERROR’
aangegeven.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer het faxbericht
nogmaals te verzenden. Als het probleem nu nog niet is verholpen, belt u dan het
telecommunicatiebedrijf en vraag of ze uw telefoonlijn willen controleren.
Als u vaak verzendfouten met mogelijke storing op de telefoonlijn hebt, kunt u de
menu-instelling Compatibel op Minimaal zetten. (Zie Storing op de
telefoonlijn op pagina 87.)
Als u de machine aansluit op PBX of ISDN, moet u de menu-instelling van Type
telefoonlijn wijzigen in uw telefoontype. (Zie Het type telefoonlijn
instellen op pagina 38.)
Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Super Fijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van de machine goed werkt. Reinig de scanner als de kopieerkwaliteit
niet goed is. (Zie De scanner reinigen op pagina 90.)
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Als de kopie die u hebt gemaakt hetzelfde probleem vertoont, moet u de scanner
reinigen. (Zie De scanner reinigen op pagina 90.)
Inkomende gesprekken afhandelen
Probleem Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax Waarnemen is ingeschakeld, is de machine gevoeliger voor
geluiden. De machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Deactiveer
de machine door op Stop/Eindigen te drukken. Vermijd dit probleem door de
functie Fax Waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen op pagina 32.)
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u de telefoon bij de machine hebt opgenomen, drukt u op Start en hangt u
onmiddellijk op. Als u een faxoproep beantwoordt vanaf een extern of tweede
toestel, moet u de faxontvangstcode intoetsen (standaardinstelling is l51). Hang
op zodra de machine opneemt.
Speciale telefoonfuncties op een
enkele telefoonlijn.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/Nummerweergave, , een alarmsysteem
of andere speciale functies op een enkele telefoonlijn met uw machine gebruikt, kan
dit problemen opleveren bij het versturen of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld:
als u een abonnement op Wisselgesprekken of een andere speciale
voorziening hebt en een signaal van een van deze voorzieningen op de lijn binnenkomt
terwijl de machine bezig is met het verzenden of ontvangen van een fax, kan dit signaal
de fax tijdelijk onderbreken of verstoren. Brother's functie voor foutencorrectie kan helpen
om dit probleem te corrigeren. Deze situatie heeft betrekking op telefoonsystemen in het
algemeen en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over
een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van
essentieel belang is dat dergelijke onderbrekingen worden voorkomen, is het raadzaam
een afzonderlijke lijn zonder speciale functies te gebruiken.
Problemen met de menu-instellingen
Probleem Suggesties
De machine geeft een piepsignaal
bij het openen van het
ontvangstmenu.
Als de toets Fax niet brandt, drukt u op deze toets om de faxmodus in te
schakelen. Het ontvangstmenu is alleen beschikbaar wanneer de machine zich in
de faxmodus bevindt.