Operation Manual

Hoofdstuk 5
24
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld.
b Het document laden.
c Druk op Menu, 2, 2, 1.
d Druk op a of b om Auto, Licht of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Zelfs als u Licht of Donker selecteert,
verzendt de machine het faxbericht met de
instelling Auto als u Foto selecteert als
faxresolutie.
Resolutie wijzigen 5
U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren
door de faxresolutie in te stellen. U kunt de
resolutie wijzigen voor de volgende fax of
voor alle faxen.
De faxresolutie wijzigen voor de
volgende fax 5
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld.
b Het document laden.
c Druk op Resolutie en vervolgens op a
of b om de resolutie te selecteren.
Druk op OK.
De standaardfaxresolutie wijzigen 5
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld.
b Druk op Menu, 2, 2, 2.
c Druk op a of b om de gewenste
resolutie te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt kiezen uit vier verschillende
resoluties voor faxen.
Tweevoudige werking 5
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen scannen, zelfs wanneer de machine
een fax uit het geheugen verstuurt of faxen
ontvangt. Het LCD-venster toont het nieuwe
taaknummer en het beschikbare geheugen.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Als de melding Geheugen vol verschijnt
tijdens het scannen van documenten,
drukt u op Stop/Eindigen om de taak te
annuleren of op Start om de gescande
pagina's te verzenden.
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn
Geschikt voor documenten met
een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets lager
dan bij de standaardresolutie.
Super Fijn
Geschikt voor kleine
lettertjes of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
Foto Gebruik deze instelling
wanneer het document
verschillende grijs tinten
heeft of een foto is. Deze
instelling heeft de laagste
transmissiesnelheid.