Operation Manual

22
5
Faxmodus instellen 5
Om de faxmodus in te schakelen, drukt u op
(Fax). De toets wordt groen verlicht.
Faxen verzenden vanuit de
ADF 5
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld.
b Plaats het document met de bedrukte
zijde naar beneden in de ADF.
c Kies het faxnummer.
d Druk op Start.
De machine begint het document te
scannen.
Opmerking
Druk op Stop/Eindigen om het scannen
te annuleren.
Als het geheugen vol is, wordt het
document direct verzonden.
Een fax annuleren 5
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine aan het scannen, kiezen of
verzenden is, drukt u op Stop/Eindigen.
Groepsverzenden 5
Met de functie Groepsverzenden u één
faxbericht automatisch naar verscheidene
faxnummers verzenden. U kunt een fax naar
groepen, ééntoetsnummers,
snelkiesnummers en maximaal 50 met de
hand gekozen nummers tegelijk versturen
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een
rapport afgedrukt.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld.
b Het document laden.
c Toets een nummer in. Druk op OK.
U kunt een ééntoetsnummer, een
snelkiesnummer, een groep of een
handmatig ingevoerd nummer
gebruiken.
d Herhaal stap c totdat u alle
faxnummers hebt ingevoerd waarnaar u
een fax wilt verzenden.
e Druk op Start.
Opmerking
Als u geen locaties voor groepsnummers
gebruikt, kunt u naar maximaal 160
verschillende nummers faxen.
Hoeveel geheugen er beschikbaar is,
hangt echter af van de opdrachten die in
het geheugen zijn opgeslagen en van het
aantal nummers waarnaar u de fax stuurt.
Als u de fax naar het maximale aantal
nummers probeert te sturen, kunt u de
tweevoudige werking niet gebruiken.
Als het geheugen vol is, drukt u op
Stop/Eindigen om de opdracht te
stoppen. Als al meerdere pagina's zijn
gescand, drukt u op Start om het gedeelte
dat zich in het geheugen bevindt te
verzenden.
Een fax verzenden 5