Operation Manual
Hoofdstuk 4
20
Het wachtwoord voor
geheugenbeveiliging
instellen en wijzigen 4
Opmerking
Als u het wachtwoord al hebt ingesteld,
dient u het opnieuw in te stellen.
Een wachtwoord voor de eerste keer
instellen
4
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Toets een wachtwoord van vier cijfers
in.
Druk op OK.
c Als op het LCD-scherm Nogmaals:
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Het wachtwoord voor
geheugenbeveiliging wijzigen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Druk op a of b om Wachtwoord te
selecteren.
Druk op OK.
c Toets een wachtwoord van vier cijfers
in.
Druk op OK.
d Toets een viercijferig getal als een
nieuw wachtwoord in.
Druk op OK.
e Als op het LCD-scherm Nogmaals:
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Geheugenbeveiliging in-
/uitschakelen 4
Als u een onjuist wachtwoord invoert tijdens
het uitvoeren van onderstaande instructies,
wordt op het LCD-scherm
Fout wachtwoord weergegeven. U kunt nu
het juiste wachtwoord invoeren.
Geheugenbeveiliging inschakelen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Druk op a of b om
Stel beveilig in te selecteren.
Druk op OK.
c Toets een wachtwoord van vier cijfers
in.
Druk op OK.
d De machine gaat offline en op het LCD-
scherm wordt Beveiligingsmode
weergegeven.
Opmerking
Als zich een stroomstoring voordoet,
blijven de gegevens maximaal 24 uur in
het geheugen behouden.
Geheugenbeveiliging uitschakelen 4
a Druk op Menu.
b Voer het wachtwoord van 4 cijfers in.
Druk op OK.
Geheugenbeveiliging wordt
automatisch uitgeschakeld.
Opmerking
Wanneer u een verkeerd wachtwoord
invoert, geeft het LCD-scherm
Fout wachtwoord weer en blijft de
machine offline. Geheugenbeveiliging
blijft ingeschakeld totdat het correcte
wachtwoord is ingevoerd.










