Operation Manual
INLEIDING 1 - 9
Over papier
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u
in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt
gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het soort papier dat
u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier,
transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen voordat u
een grote hoeveelheid aanschaft.
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend het aanbevolen papier.
Aanbevolen papiersoorten
Om de beste printkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan
Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan
verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden
papier koopt.
Wij adviseren “3M Transparency Film” te gebruiken wanneer u op
transparanten afdrukt.
■
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier),
transparanten en glanzend papier, moet u in het tabblad
‘Normaal’ van het printerstuurprogramma of in de instelling
Type papier in het menu (
Menu/Instellen
,
1
,
2
) altijd het
juiste type papier zijn geselecteerd.
■
Wanneer u op glanzend Brother-papier afdrukt, plaats eerst
het instructieblad dat met het glanzend papier wordt geleverd
in de papierlade, en plaats dan het glanzend papier op het
instructieblad.
■
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, moet u elk vel
onmiddellijk uit de uitvoerlade verwijderen om te voorkomen
dat de vellen vlekken of dat er papier vast komt te zitten.
■
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na
het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.










