Operation Manual

V - 2 VERKLARENDE WOORDENLIJST
Compatibiliteitsgroep De mogelijkheid van een faxapparaat om
met een ander faxapparaat te communiceren. Tussen de
ITU-T-groepen is compatibiliteit verzekerd.
Contrast Instelling om voor donkere of lichte documenten te
compenseren. Faxen of kopieën van donkere documenten
worden lichter en omgekeerd.
Direct verzenden Als het geheugen vol is, kunt u faxberichten
onmiddellijk verzenden.
ECM-modus (foutencorrectie) Deze functie controleert tijdens
een faxtransmissie of er fouten optreden en verzendt de pagina’s
met fouten zonodig opnieuw.
Extern toestel Een antwoordapparaat of telefoon die is
aangesloten op de machine.
F/T-beltijd Het aantal keren dat de dubbele bel van de machine
overgaat om u te waarschuwen dat u een normaal
telefoongesprek moet beantwoorden (als de machine in de stand
FAX/TEL de telefoon automatisch heeft beantwoord).
Fax Doorzenden (alleen MFC-425CN) Met deze functie wordt
een ontvangen faxbericht doorgestuurd naar een vooraf
geprogrammeerd nummer.
Fax Opslaan (alleen MFC-425CN) U kunt faxen in het geheugen
opslaan.
Fax waarnemen Als deze functie is geactiveerd, reageert de
machine toch op CNG-tonen als u de telefoon aanneemt en het
een faxoproep blijkt te zijn.
Fax/Tel In deze stand kunt u faxen en telefoontjes ontvangen.
Gebruik de stand Fax/Tel niet als u een extern antwoordapparaat
hebt aangesloten.
Faxjournaal In het journaal staat informatie over de laatste 200
faxberichten die zijn ontvangen en verzonden. TX betekent
verzonden. RX betekent ontvangen.
Faxontvangstcode Toets deze code in (
5 1) als u een
faxoproep aanneemt op een extern of een tweede toestel.
Faxtonen De tonen die tijdens faxtransmissies door de
faxmachines worden uitgezonden.