Operation Manual

OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-410CN)
6 - 5
Opdrachten voor afstandsbediening
U kunt uw MFC vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de
onderstaande opdrachten. Wanneer u de MFC opbelt en de
toegangscode (3 cijfers gevolgd door ) invoert, hoort u twee korte
piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten voor
afstandsbediening
Wat u moet doen
95
Wijzig de instellingen voor Fax
Doorzenden of Fax Opslaan
1 UIT U kunt
Uit
selecteren nadat u alle berichten
hebt opgehaald of gewist.
2 Fax Doorzenden Als u een lange toon hoort, is de wijziging
geaccepteerd. Als u drie korte piepjes hoort,
kunt u de instelling niet wijzigen omdat er niet
aan een van de voorwaarden is voldaan (er is
bijvoorbeeld geen nummer opgegeven
waarnaar faxen moeten worden
doorgestuurd. Druk op 4 om het nummer voor
Fax Doorzenden te registreren. (Raadpleeg
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd
op pagina 6-6.) Nadat u
het nummer hebt geregistreerd, werkt de
functie Fax Doorzenden.
4 Nummer voor Fax
Doorzenden
6 Fax Opslaan
96 Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragen Toets het nummer in van de faxmachine
waarop de opgeslagen fax(en) moet(en)
worden ontvangen. (Raadpleeg pagina 6-6.)
3 Faxen in het geheugen
wissen
Als u een lange toon hoort, zijn de
faxberichten uit het geheugen gewist.
97
De ontvangststatus controleren
1 Fax
U kunt controleren of uw MFC faxberichten
heeft ontvangen. Als dat het geval is, hoort u
een lange toon. Als er geen berichten zijn
ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
98 De ontvangststand wijzigen
1 Telefoon/Beantw. Als u één lange toon hoort, is de wijziging
geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Uitsluitend Fax
90 Afsluiten Na een lange toon kunt u de
afstandsbediening afsluiten.