Operation Manual

17
Afdrukmethoden
1
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
<Voor het afdrukken op dik papier of etiketten>
<Voor het afdrukken op enveloppen>
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows
®
printerdriver, Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) in BR-script printerdriver voor Windows
®
of Aangepaste Pagina in Macintosh printerdrivers.
Zie Type en formaat van het papier uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
<Voor het afdrukken van dik papier>
<Voor het afdrukken op etiketten>
<Voor het afdrukken op enveloppen>
Papierbron
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
Opmerking
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
Wanneer u Envelope #10 gebruikt, selecteert u Com-10 (voor Windows
®
) of #10-envelop (voor
Macintosh) in de Papierformaat keuzelijst.
Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of
Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd... (voor de Windows
®
printerdriver), Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) (voor de BR-Script printerdriver voor Windows
®
) of Aangepaste
Pagina (voor de Macintosh printerdriver).
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 B6 3 x 5
Folio
Aangepast papierformaat
1
Com-10 DL C5 Monarch
Aangepast papierformaat
1
Dik papier Dikker papier
Label
Enveloppen Env. Dun Env. Dik
MF lade