Network User's Guide
Table Of Contents
- Netwerkhandleiding
- Geldige modellen
- Definities van opmerkingen
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- Paragraaf I: Gebruik in een netwerk
- 1 Inleiding
- 2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
- Overzicht
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen voor Windows®)
- Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel
- Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™
- Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup)
- Configuratie in de ad-hocmodus (voor IEEE 802.11b)
- 4 Instellen via het bedieningspaneel
- Overzicht
- Netwerkmenu (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
- TCP/IP
- Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
- Bedrade status
- Inst. Wizard (alleen voor draadloze netwerken)
- WPS (Wi-Fi Protected Setup)/AOSS™ (alleen draadloos netwerk)
- WPS (Wi-Fi Protected Setup) met PIN-code (alleen draadloos netwerk)
- Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken)
- MAC-adres
- Instellen op standaard
- Bedraad activeren
- WLAN activeren
- De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen
- De pagina met printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T))
- Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
- Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
- Functietabel en standaardinstellingen
- 5 Beheer via een webbrowser
- 6 Beveiligingsfuncties
- Overzicht
- Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS
- Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows®)
- Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
- E-mails veilig verzenden
- IEEE 802.1x-verificatie gebruiken
- Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine
- Meerdere certificaten beheren
- 7 Problemen oplossen
- Paragraaf II: Verklarende woordenlijst Netwerk
- 8 Typen netwerkverbindingen en protocollen
- 9 De machine configureren voor een netwerk
- 10 Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
- 11 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows®
- Types bijkomende netwerkinstellingen
- Drivers installeren die gebruikt worden voor afdrukken via Web Services (Windows Vista® en Windows® 7)
- Drivers verwijderen die gebruikt worden voor afdrukken via Web Services (Windows Vista® en Windows® 7)
- Installatie voor Printen via het netwerk voor infrastructuurmodus bij gebruik van Vertical Pairing (Windows® 7)
- 12 Beveiligingsvoorschriften en -concepten
- Paragraaf III: Bijlagen
- A Appendix A
- B Bijlage B
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Index
Instellen via het bedieningspaneel
37
4
IP-adres 4
In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de machine. Als u een Opstartmethode van Statisch hebt
gekozen, voert u nu het IP-adres in dat u aan de machine wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk
IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere methode dan Statisch hebt gekozen, zal de machine
proberen om het IP-adres te bepalen via het DHCP- of BOOTP-protocol. Het standaard IP-adres van de
machine is wellicht niet compatibel met de IP-adresnummering van uw netwerk. Wij raden u aan om de
netwerkbeheerder om een IP-adres te vragen voor het netwerk waarop de machine wordt aangesloten.
Subnet Mask 4
In dit veld verschijnt het huidige subnetmasker van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het
subnetmasker op te vragen, kunt u het gewenste subnetmasker zelf opgeven. Vraag uw netwerkbeheerder
welk subnetmasker u mag gebruiken.
Gateway 4
In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet
gebruikt om het gateway- of routeradres op te vragen, kunt u het gewenste adres zelf opgeven. Als u geen
gateway of router hebt, mag u in dit veld niets invullen. Vraag uw netwerkbeheerder als u niet zeker bent.
IP Boot-pogingen 4
Dit veld geeft het aantal pogingen weer dat de machine zal ondernemen om een IP-adres te verkrijgen
wanneer de opstartmethode ingesteld is op om het even welke instelling, behalve Statisch.
APIPA 4
Wanneer Aan is ingeschakeld, zal de afdrukserver automatisch een Link-Local IP-adres toewijzen in het
bereik van (169.254.1.0 - 169.254.254.255) wanneer de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de
opstartmethode die u hebt ingesteld. (Zie Boot Method uu pagina 36.) Als u Uit kiest, wordt het IP-adres
niet gewijzigd als de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de opstartmethode die u hebt ingesteld.
IPv6 4
Deze machine is compatibel met IPv6, het internetprotocol van de nieuwe generatie. Als u het IPv6-protocol
wilt gebruiken, selecteert u Aan. De standaardinstelling voor IPv6 is Uit. Kijk voor meer informatie over het
IPv6-protocol op http://solutions.brother.com/
.
Opmerking
• Als u IPv6 instelt op Aan, schakelt u de machine uit en weer in om dit protocol te activeren.
• Nadat u IPv6 Aan hebt geselecteerd, wordt deze instelling zowel op de bedrade als de draadloze LAN-
interface toegepast.