Barcode Reference Guide
Table Of Contents
- Referentiehandleiding voor barcode
- Inleiding
- Overzicht van besturingsopdrachten voor streepjescodes
- Streepjescodes of uitgerekte tekens afdrukken
- Definitie van parameters
- Streepjescodemodus
- Streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
- Streepjescode
- Door mensen leesbare regel onder streepjescode AAN of UIT
- Lege ruimte
- Streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
- Verschuiving in X-as bij streepjescodes, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
- Verschuiving in Y-as bij streepjescodes en uitgerekte tekens
- Streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en hoogte van getekende vakken
- Breedte bij uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
- Uitgerekte tekens roteren
- Gegevensbegin van streepjescode
- Vakken tekenen
- Lijnblokken tekenen
- Begin van gegevens van uitgerekte tekens
8
Overzicht van besturingsopdrachten voor streepjescodes
2
Vakken tekenen 2
ESC i ... E (of e)
'E' of 'e' is een afsluitteken.
Lijnblokken tekenen 2
ESC i ... V (of v)
'V' of 'v' is een afsluitteken.
Begin van gegevens van uitgerekte tekens 2
n = 'l' of 'L'
Gegevens achter 'l' of 'L' worden gelezen als gegevens van de uitgerekte gegevens (of gegevens voor
labellen). Gegevens in de uitgerekte tekens moeten eindigen met de ' \ ' code (5CH), die ook deze opdracht
afsluit.