Operation Manual

Hoofdstuk 1
18
h Druk op de functie die u wenst.
i
Lees en bevestig de weergegeven lijst van
door u geselecteerde App en druk op
OK
.
j
Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het aanraakscherm.
(Zie voor hulp met het invoeren van
letters,
Tekst invoeren
uu
pagina 177.)
Druk op OK.
k Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
Snelkoppelingen wijzigen 1
U kunt de instellingen in een snelkoppeling
wijzigen.
OPMERKING
U kunt een snelkoppeling voor Web
Connect niet wijzigen. Als u de
snelkoppeling wilt wijzigen, dient u deze te
verwijderen en een nieuwe snelkoppeling
toe te voegen.
(Zie Snelkoppelingen verwijderen
uu pagina 19 en Snelkoppelingen voor
Web Connect toevoegen uu pagina 16
voor meer informatie.)
a Druk op .
b Druk op een tabblad van 1 tot 8 om de
snelkoppeling weer te geven die u wilt
wijzigen.
c Druk op de snelkoppeling die u wenst.
De instellingen voor de gekozen
snelkoppeling worden weergegeven.
d Wijzig de instellingen voor de
snelkoppeling die u hebt gekozen in
stap c (zie Instellingen voor
snelkoppelingen uu pagina 13 voor
meer informatie).
e Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op Opslaan
als snelkoppeling.
f Druk op OK om te bevestigen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de snelkoppeling te overschrijven,
drukt u op
Ja
. Ga naar stap
i
.
Als u de snelkoppeling niet wilt
overschrijven, drukt u op
Nee
om een
nieuwe naam voor de snelkoppeling in
te voeren. Ga naar stap
h
.
h Om een nieuwe snelkoppeling te
maken, houdt u ingedrukt om de
huidige naam te verwijderen, waarna u
een nieuwe naam invoert met het
toetsenbord op het aanraakscherm.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 177 voor
hulp bij het invoeren van letters.)
Druk op OK.
i Druk op OK om te bevestigen.