Operation Manual
192
Er zijn twee meldingen die aangeven wanneer de toner het einde van zijn levensduur nadert
of heeft bereikt: Toner bijna op en Toner vervangen.
Toner bijna op wordt weergegeven op het LCD-scherm als het aantal punten of
omwentelingen van de ontwikkelaarroller de maximale telling nadert: Toner vervangen
wordt weergegeven op het LCD-scherm als het aantal punten of omwentelingen van de
ontwikkelaarroller de maximale telling heeft bereikt.
Kleur Correctie D
Het aantal omwentelingen van de ontwikkelaarroller dat geteld is is niet alleen voor normale taken
zoals afdrukken en kopiëren maar ook voor machine-afstellingen zoals kleurkalibratie en
kleurregistratie.
Kleurkalibratie (afstelling of kleurdichtheid)
Voor een stabiele afdrukkwaliteit, moet de dichtheid van elke tonercartridge op een vaste
waarde worden gehouden. Als de dichtheidbalans tussen de kleuren niet kan worden
vastgehouden, wordt de kleur onstabiel en is een accurate kleurweergave niet meer mogelijk.
De tonerdichtheid kan veranderen door chemische wijzigingen van de toner die de elektrische
lading beïnvloeden, achteruitgang van de ontwikkelaareenheid en door de temperatuur en het
vochtgehalte in het apparaat. Bij kalibratie worden de testpatronen voor het afstellen van het
dichtheidniveau afgedrukt op de riemeenheid.
Kalibratie wordt hoofdzakelijk op de volgende momenten uitgevoerd:
• Bij het handmatig selecteren van kalibratie op het bedieningspaneel of de printerdriver.
(Voer kalibratie uit als de kleurdichtheid moet worden verbeterd.)
• Als een gebruikte tonercassette wordt vervangen door een nieuwe.
• Als de printer voelt dat de omgevingstemperatuur en het vochtgehalte zijn veranderd.
• Als een opgegeven aantal afgedrukte pagina's bereikt is.
Kleurregistratie (correctie van kleurpositie)
In dit apparaat zijn de trommeleenheid en de ontwikkelaareenheid respectievelijk voorbereid
voor zwart (K), geel (Y), magenta (M) en cyaan (C). Vier kleurbeelden zijn gecombineerd in
één afbeelding en daardoor kunnen fouten met de kleurregistratie (d.w.z. hoe de vier
kleurbeelden uitlijnen) ontstaan. Bij registratiefouten worden testpatronen voor de
registratiecorrectie afgedrukt op de riemeenheid.
Registratie wordt hoofdzakelijk op de volgende momenten uitgevoerd:
• Als u handmatige registratie selecteert op het bedieningspaneel.
(Voer registratie uit als een fout met de kleurregistratie gecorrigeerd moet worden.)
• Als een opgegeven aantal afgedrukte pagina's bereikt is.