Operation Manual

Table Of Contents
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Omschrijvingen
Ontvangstmenu Faxvoorbeeld
- Bekijk faxen die u ontvangt op de LCD.
Fax Waarnemen
- Ontvang faxberichten automatisch wanneer u een oproep
beantwoordt en faxtonen hoort.
Act.Op Afst.
- Hiermee kunt u oproepen op een tweede of extern toestel
aannemen en de machine via een code in- of uitschakelen.
U kunt deze codes personaliseren.
Auto reductie
(Autoreductie)
- Verklein het formaat van inkomende faxen.
Geheugenontv.
- Stel de machine in om faxberichten door te sturen, om
inkomende faxen in het geheugen op te slaan (zodat u
deze kunt ophalen wanneer u zich niet bij uw machine
bevindt) of om faxen te verzenden naar uw computer of de
clouddienst.
Als u Fax doorzenden, PC-Fax Ontvangen of Doorsturen
naar Cloud selecteert, kunt u de beveiligingsfunctie Back-
up afdrukken inschakelen.
Fax Rx stempel
(Stempel Fax RX)
- Druk de tijd en datum van ontvangst bovenaan de
ontvangen faxen.
Kies rapport Verzendrapp.
(Verz.rapport)
- Selecteer de voorbereidende installatie voor het
verzendrapport.
Journaal tijd
(Journaalper.)
- Hiermee stelt u het interval in voor het automatisch
afdrukken van het faxjournaal.
Als u een andere optie dan Uit of Elke 50 faxen selecteert,
kunt u de tijd instellen.
Als u Elke 7 dagen selecteert, kunt u de dag van de week
instellen.
Print document
- - Hiermee drukt u binnengekomen faxen af die in het
geheugen zijn opgeslagen.
Afst.bediening
- - Stel uw eigen code in voor afstandsbediening.
Rest. jobs
- - Controleer welke geplande taken in het geheugen zitten en
annuleer geselecteerde taken.
Diversen Geh.beveiliging
- Verbied de meeste functies behalve faxen ontvangen in
het geheugen.
Beller ID
- Hiermee kunt u de opgeslagen gegevens van de laatste 30
bellers bekijken of afdrukken.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk]
Niveau 1
Niveau 2 Niveau 3 Omschrijvingen
LAN met kabel
(MFC-J985DW)
TCP/IP Opstartmethode
(BOOT Method)
Selecteer de opstartmethode die het best
aan uw behoeften voldoet.
IP-adres (IP
Address)
Voer het IP-adres in.
Subnetmasker
(Subnet Mask)
Voer het Subnetmasker in.
Gateway
Voer het Gateway-adres in.
Knooppuntnaam
Voer de knooppuntnaam in.
WINS-
configuratie
Selecteer de WINS-configuratiemodus.
WINS-server
Specificeer het IP-adres van de primaire
of secundaire WINS-server.
524