Quick Start Guide
Problemen oplossen
51
B
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen in appendix A van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. In het tabblad Geavanceerd van de printerdriver klikt u op Kleurinstellingen en
schakelt u Printkop heen en weer uit.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Kan niet afdrukken met ‘Pagina lay-
out’.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook
op Kleurinstellingen en schakel Kleur verbetering uit.
Schakel de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
normaal afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals
256 kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie
Kleurverbetering minstens 24-bits kleurgegevens.
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Maak de invoerrollen voor het papier schoon. (Zie De invoerrollen voor papier
reinigen op pagina 37.)
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
Het papier is vastgelopen. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat. Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of een kleiner
papierformaat gebruikt. (Zie Printer of papier vastgelopen op pagina 46.)
Afgedrukte pagina’s worden niet
goed gestapeld.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties










