Quick Start Guide

Routineonderhoud
85
A
f Steek de stekker van het netsnoer van
de machine weer in het stopcontact.
Schakel de machine in.
Kalibreren A
De afdrukdichtheid van elke kleur hangt af
van de omgeving waarin de machine staat,
zoals de temperatuur en de vochtigheid. Met
kalibreren kunt u de kleurdichtheid
verbeteren.
a Druk op Menu, 3, 6.
b Druk op a of b om Calibreren te
selecteren.
c Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te selecteren.
e Druk op Stop/Eindigen.
U kunt de parameters voor kalibreren
terugzetten op de fabrieksinstelling.
a Druk op Menu, 3, 6.
b Druk op a of b voor Reset.
c Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te selecteren.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als een foutmelding wordt weergegeven,
drukt u op Stop/Eindigen en probeert u
het opnieuw. (Zie Fout- en
onderhoudsmeldingen op pagina 87 voor
meer informatie.)
Als u met de Windows
®
-printerdriver
afdrukt, ontvangt de driver de
kalibratiegegevens automatisch als zowel
Calibratiegegevens gebruiken als
Apparaatgegevens automatisch
opvragen geactiveerd zijn. De
standaardinstellingen zijn geactiveerd.
(Zie Het tabblad Geavanceerd in de
Softwarehandleiding.)