Quick Start Guide

108
Afdrukproblemen
Problemen Suggesties
Er kan niet worden afgedrukt. Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de
machine is ingeschakeld.
Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd.
(Zie De drumkit vervangen op pagina 48.)
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw
computer. (Zie de Installatiehandleiding.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Fout- en
onderhoudsmeldingen op pagina 87.)
Controleer of de machine online is:
(Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2) Klik op de knop Start en
daarna op Apparaten en printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother
DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer off line gebruiken is uitgevinkt.
(Windows Vista
®
) Klik op de knop Starten, Configuratiescherm, Hardware
en geluiden en vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op
Brother DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer off line gebruiken is
uitgevinkt.
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003/2008) Klik op de knop Start en
selecteer Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op
Brother DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer off line gebruiken is
uitgevinkt.
(Windows
®
2000) Klik op de knop Start, selecteer Instellingen en daarna
Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg
ervoor dat Printer off line gebruiken is uitgevinkt.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
De machine print onverwacht of
print heel slecht.
Trek de papierlade uit de machine en wacht totdat de machine stopt met
afdrukken. Schakel de machine vervolgens uit en verwijder de stekker enige
minuten uit het stopcontact.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel
zijn met uw machine.
De machine print de eerste
pagina’s correct, maar dan
ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel
zijn met uw machine.
Uw computer herkent het signaal dat de ingangsbuffer vol is van de machine
niet. Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten. (Zie de
Installatiehandleiding.)
De kop- of voetteksten in het
document worden op het scherm
weergegeven, maar worden niet in
het document afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas
de boven- en ondermarge voor uw document aan. (Zie Scanbaar gedeelte
op pagina 18.)
De machine drukt niet dubbelzijdig
af, ook al is de printerdriver
ingesteld op Duplex.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. U moet A4 [60
tot 105 g/m
2
] kiezen.
De machine drukt niet af of is met
afdrukken gestopt.
Druk op Opdracht Annuleren.
Als de machine de taak annuleert en deze uit het geheugen verwijdert, kan het
afdrukken niet volledig worden voltooid.