Operation Manual

Beveiligingsfuncties
7
2
Beperkte gebruikers instellen2
U kunt gebruikers met beperkte rechten en
een wachtwoord instellen voor de
beschikbare functies. U kunt met Beheer via
een webbrowser meer geavanceerde
beperkte rechten instellen, zoals paginateller
of de aanmeldnaam van de pc-gebruiker. (Zie
de Netwerkhandleiding voor meer
informatie.) U kunt maximaal 25 gebruikers
met beperkte rechten en een wachtwoord
instellen.
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Id instellen te
kiezen.
Druk op OK.
c Toets het beheerderswachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebr.01 te kiezen.
Druk op OK.
e Gebruik het numerieke toetsenbord om
de gebruikersnaam in te voeren. (Zie
Tekst invoeren in Bijlage C van de
Beknopte gebruikershandleiding.)
Druk op OK.
f Toets een viercijferig wachtwoord in
voor de gebruiker.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Activeren of
Deactiveren te kiezen voor
Kopiƫren.
Druk op OK.
Als u Kopiƫren hebt ingesteld,
herhaalt u deze stap voor Scan,
Afdr. pc en Kleur afdr.. Als op
het LCD-scherm Stop wijziging
wordt weergegeven, drukt u op OK.
h Herhaal stappen d tot g om elke extra
gebruiker en elk extra wachtwoord in te
voeren.
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als
een andere gebruikersnaam.
Beveiligd functieslot aan-
/uitzetten 2
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt op het LCD-scherm
Fout wachtwoord weergegeven. Voer het
juiste wachtwoord opnieuw in.
Beveiligd functieslot aanzetten
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Slot UitiAan te
kiezen.
Druk op OK.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
Beveiligd functieslot uitzetten
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Slot AaniUit te
kiezen.
Druk op OK.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.