Network User's Guide

Table Of Contents
10 - 5 INSTELMENU OP VOORPANEEL
IP-adres
In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de DCP/MFC. Als u de
statische opstartmethode hebt gekozen, voert u nu het IP-adres in
dat u aan de DCP/MFC wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder
welk IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere opstartmethode
hebt gekozen, zal de DCP/MFC proberen om het IP-adres te
bepalen via de DHCP- of BOOTP-protocollen. Het standaard IP-
adres van de Brother-netwerkkaart in uw DCP/MFC is wellicht niet
compatibel met de IP-adresnummering van uw netwerk. Wij raden u
aan om de netwerkbeheerder om een IP-adres te vragen voor het
netwerk waarop de machine wordt aangesloten.
1
(Voor de MFC) Druk op
Menu
,
6
,
1
,
2
.
(Voor de DCP) Druk op
Menu
,
4
,
1
,
2
.
2
Selecteer
1
om te wijzigen. Voer het IP-adres in.
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Eindigen
(Stop/Exit)
.
Subnet Mask
In dit veld verschijnt het huidige subnetmasker van de DCP/MFC. Als
u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het subnetmasker op te vragen,
kunt u het gewenste subnetmasker invoeren. Vraag uw
netwerkbeheerder welk subnetmasker u mag gebruiken.
1
(Voor de MFC) Druk op
Menu
,
6
,
1
,
3
.
(Voor de DCP) Druk op
Menu
,
4
,
1
,
3
.
2
Selecteer
1
om te wijzigen. Voer het adres van het
subnetmasker in.
3
Druk op
Set
.
4
Druk op
Stop/Eindigen
(Stop/Exit)
.
Als de opstartmethode AUTO is, kan de DCP/MFC geen IP-
adres ontvangen van een BOOTP-server in Windows
®
2000.
Controleer dat u DHCP gebruikt als u werkt met een
Windows
®
2000-server.