Network User's Guide

Table Of Contents
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 11
SCO UNIX vereist TCP/IP V1.2 of een recentere versie om met
afdrukservers van Brother te kunnen werken. Eerst moeten de
bestanden
/etc/hosts
en
/etc/printcap
worden
geconfigureerd (zie stap 2). Vervolgens voert u het programma
sysadmsh als volgt uit:
1
Selecteer
Printers
.
2
Selecteer
Configure
.
3
Selecteer
Add
.
4
Voer de naam in van de wachtrij die u in het bestand
/etc/printcap
hebt ingevoerd als printernaam.
5
Voer bij
Comment
en
Class name
iets in.
6
Selecteer bij
Use printer interface
de optie
Existing
.
7
Druk op F3 om een lijst van beschikbare interfaces op te vragen
en selecteer m.b.v. de cursortoetsen de gewenste interface als
de
Name of interface
(
Dumb
is een goede keuze).
8
Selecteer bij
Connection
de optie
Direct
.
9
Voer bij Device name de naam van het gewenste apparaat in
(
/dev/lp
werkt meestal).
10
Selecteer bij
Device
de optie
Hardwired
.
11
Selecteer bij het veld
Require banner
de optie
No
.
Oudere versies van SCO Unix-systemen
De NC-9100h afdruk-/faxserver van Brother ondersteunt het FTP-
protocol. Oudere versies van SCO Unix-systemen zijn vaak
geconfigureerd om af te drukken via het FTP-protocol.
IBM AS/400
Om een afdruk-/faxserver van Brother te gebruiken met een IBM AS/
400 waarop de TCP/IP-gatewayservices van IBM voor OS/400
draaien (het OS/400-systeem moet v3.1 of een latere versie zijn):
Gebruik de opdracht CFGTCP na de OS/400-prompt om het TCP/IP-
adres van de afdruk-/faxserver toe te voegen aan de AS/400-
hosttabel.