Network User's Guide

Table Of Contents
1 - 4 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
3
Configureer het bestand
/etc/printcap
op elke
hostcomputer: specificeer de locale afdrukwachtrij, de afdruk-/
faxservernaam (ook wel externe machine of rm genoemd), de
afdruk-/faxserverservicenaam (ook wel externe printer, externe
wachtrij, of rp genoemd) en de spooldirectory.
Een voorbeeld van een doorsnee printcap-bestand:
laser1|Printer on Floor 1:\
:lp = :\
:rm=BRN_310107:\
:rp=TEXT_P1:\
:sd=/usr/spool/lpd/laser1:
Deze stap is van toepassing op de meeste UNIX-systemen,
met inbegrip van Linux, Sun OS (maar niet Solaris 2.xx),
Silicon Graphics (lpr/lpd-optie nodig), DEC ULTRIX, DEC
OSF/1 en Digital UNIX. Bij gebruik van SCO UNIX moet u
deze stappen volgen, en tevens het onderdeel
SCO UNIX
configureren raadplegen. Bij gebruik van RS/6000 AIX, HP-
UX, Sun Solaris 2.xx en andere systemen die het printcap-
bestand niet gebruiken, gaat u direct naar stap 4. Bij gebruik
van SCO dient u tevens naar stap 4 te gaan (SCO maakt
gebruik van het printcap-bestand, maar het bestand wordt
automatisch geconfigureerd via de opdracht
rlpconf
).
Vergeet niet om deze informatie toe te voegen aan het einde
van het printcap-bestand. Let er bovendien op dat het laatste
teken in het printcap-bestand een dubbele punt ":" is.
Zo maakt u op de hostcomputer een wachtrij met de naam
laser1, die communiceert met een afdrukserver van Brother
met als knooppuntnaam (rm) BRN_310107 en als
servicenaam (rp) TEXT_P1, en die tekstbestanden via
spooldirectory
/usr/spool/lpd/laser1
op een printer
van Brother kan afdrukken. Als u een binair grafisch bestand
afdrukt, gebruikt u de service BINARY_P1 in plaats van
TEXT_P1.