Network User's Guide

Table Of Contents
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 1
1
Afdrukken op Unix-systemen
1
Afdrukken op Unix/Linux-systemen via
TCP/IP
Overzicht
De afdruk-/faxservers van Brother worden geleverd met de
protocolsuite Transmission Control Protocol/Internet Protocol
(TCP/IP). Aangezien bijna alle UNIX-hostcomputers TCP/IP
ondersteunen, kan een printer hiermee op een UNIX-
Ethernetnetwerk worden gedeeld. Net als met alle andere
protocollen, kan TCP/IP-communicatie worden uitgevoerd terwijl ook
andere protocollen geactiveerd zijn, wat betekent dat UNIX-,
NetWare-, Apple- en andere computers op een Ethernetnetwerk één
en dezelfde afdrukserver van Brother kunnen gebruiken.
Het Linux-besturingssysteem gebruikt dezelfde installatieprocedure
als standaard Berkeley UNIX-systemen. Raadpleeg dit hoofdstuk
voor meer informatie over een Linux-installatie op basis van GUI.
Tips en hints:
1
Het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing) wijst
automatisch een IP-adres toe uit het volgende bereik:
169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Als u het APIPA-protocol wilt
uitschakelen, dient u dat via het bedieningspaneel te doen.
Raadpleeg
APIPA
op pagina 10-9 voor meer informatie
hierover. Wanneer het APIPA-protocol is uitgeschakeld, is het
standaard IP-adres voor een afdruk-/faxserver van Brother
192.0.0.192. Als u dit wilt wijzigen, doet u dat via het
bedieningspaneel van de machine (indien van toepassing), via
BRAdmin Professional of Web BRAdmin, of laat u de DHCP-
server een IP-adres aan de machine toewijzen.
2
Zie ook
hoofdstuk 11
in deze handleiding voor meer informatie
over het configureren van een IP-adres op de machine.
3
Het standaardwachtwoord voor de afdruk-/faxserver van
Brother is
access
.
4
De standaardnaam voor een afdruk-/faxserver van Brother is
doorgaans
BRN_xxxxxx
(waar
xxxxxx
de laatste zes tekens
zijn van het Ethernetadres van de afdruk-/faxserver).